Niederländisch
Detailübersetzungen für verweekt (Niederländisch) ins Spanisch
verweekt:
-
verweekt
debilitado-
debilitado Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für verweekt:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
debilitado | verweekt | verslapt; verzwakt |
verweken:
-
verweken (ontharden; zachtmaken)
-
verweken (week maken; ontharden; weken; zachtmaken; in de week zetten)
ablandar; remojar; poner a remojar; poner en remojo-
ablandar Verb
-
remojar Verb
-
poner a remojar Verb
-
poner en remojo Verb
-
-
verweken (week worden)
Konjugationen für verweken:
o.t.t.
- verweek
- verweekt
- verweekt
- verweken
- verweken
- verweken
o.v.t.
- verweekte
- verweekte
- verweekte
- verweekten
- verweekten
- verweekten
v.t.t.
- ben verweekt
- bent verweekt
- is verweekt
- zijn verweekt
- zijn verweekt
- zijn verweekt
v.v.t.
- was verweekt
- was verweekt
- was verweekt
- waren verweekt
- waren verweekt
- waren verweekt
o.t.t.t.
- zal verweken
- zult verweken
- zal verweken
- zullen verweken
- zullen verweken
- zullen verweken
o.v.t.t.
- zou verweken
- zou verweken
- zou verweken
- zouden verweken
- zouden verweken
- zouden verweken
diversen
- verweek!
- verweekt!
- verweekt
- verwekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verweken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
remojar | inweken; weken | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ablandar | in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; week worden; weken; zachtmaken | lenigen; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verzachten |
enternecer | verweken; week worden | vermurwen; vertederen |
enternecerse | verweken; week worden | |
poner a remojar | in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken | |
poner en remojo | in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken | |
remojar | in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken | dippen; inweken |
suavizar | ontharden; verweken; zachtmaken | lenigen; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verzachten |
Computerübersetzung von Drittern: