Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. verwaaien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verwaaien (Niederländisch) ins Spanisch

verwaaien:

verwaaien Verb (verwaai, verwaait, verwoei, verwoeien, verwaaid)

  1. verwaaien (wegstuiven; wegwaaien)

Konjugationen für verwaaien:

o.t.t.
  1. verwaai
  2. verwaait
  3. verwaait
  4. verwaaien
  5. verwaaien
  6. verwaaien
o.v.t.
  1. verwoei
  2. verwoei
  3. verwoei
  4. verwoeien
  5. verwoeien
  6. verwoeien
v.t.t.
  1. ben verwaaid
  2. bent verwaaid
  3. is verwaaid
  4. zijn verwaaid
  5. zijn verwaaid
  6. zijn verwaaid
v.v.t.
  1. was verwaaid
  2. was verwaaid
  3. was verwaaid
  4. waren verwaaid
  5. waren verwaaid
  6. waren verwaaid
o.t.t.t.
  1. zal verwaaien
  2. zult verwaaien
  3. zal verwaaien
  4. zullen verwaaien
  5. zullen verwaaien
  6. zullen verwaaien
o.v.t.t.
  1. zou verwaaien
  2. zou verwaaien
  3. zou verwaaien
  4. zouden verwaaien
  5. zouden verwaaien
  6. zouden verwaaien
diversen
  1. verwaai!
  2. verwaait!
  3. verwaaid
  4. verwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verwaaien:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
volarse afvliegen; wegvliegen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
echarse a volar verwaaien; wegstuiven; wegwaaien afvliegen; de hoogte ingaan; in de lucht omhoogstijgen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; stijgen; wegvliegen
irse con el viento verwaaien; wegstuiven; wegwaaien
volarse verwaaien; wegstuiven; wegwaaien afvliegen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; uitvliegen; wegvliegen