Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. verkleumen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verkleumen (Niederländisch) ins Spanisch

verkleumen:

verkleumen Verb (verkleum, verkleumt, verkleumde, verkleumden, verkleumd)

  1. verkleumen

Konjugationen für verkleumen:

o.t.t.
  1. verkleum
  2. verkleumt
  3. verkleumt
  4. verkleumen
  5. verkleumen
  6. verkleumen
o.v.t.
  1. verkleumde
  2. verkleumde
  3. verkleumde
  4. verkleumden
  5. verkleumden
  6. verkleumden
v.t.t.
  1. ben verkleumd
  2. bent verkleumd
  3. is verkleumd
  4. zijn verkleumd
  5. zijn verkleumd
  6. zijn verkleumd
v.v.t.
  1. was verkleumd
  2. was verkleumd
  3. was verkleumd
  4. waren verkleumd
  5. waren verkleumd
  6. waren verkleumd
o.t.t.t.
  1. zal verkleumen
  2. zult verkleumen
  3. zal verkleumen
  4. zullen verkleumen
  5. zullen verkleumen
  6. zullen verkleumen
o.v.t.t.
  1. zou verkleumen
  2. zou verkleumen
  3. zou verkleumen
  4. zouden verkleumen
  5. zouden verkleumen
  6. zouden verkleumen
diversen
  1. verkleum!
  2. verkleumt!
  3. verkleumd
  4. verkleumend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verkleumen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pasmarse de frío verkleumen