Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. verdrukken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verdrukken (Niederländisch) ins Spanisch

verdrukken:

verdrukken Verb (verdruk, verdrukt, verdrukte, verdrukten, verdrukt)

  1. verdrukken

Konjugationen für verdrukken:

o.t.t.
  1. verdruk
  2. verdrukt
  3. verdrukt
  4. verdrukken
  5. verdrukken
  6. verdrukken
o.v.t.
  1. verdrukte
  2. verdrukte
  3. verdrukte
  4. verdrukten
  5. verdrukten
  6. verdrukten
v.t.t.
  1. heb verdrukt
  2. hebt verdrukt
  3. heeft verdrukt
  4. hebben verdrukt
  5. hebben verdrukt
  6. hebben verdrukt
v.v.t.
  1. had verdrukt
  2. had verdrukt
  3. had verdrukt
  4. hadden verdrukt
  5. hadden verdrukt
  6. hadden verdrukt
o.t.t.t.
  1. zal verdrukken
  2. zult verdrukken
  3. zal verdrukken
  4. zullen verdrukken
  5. zullen verdrukken
  6. zullen verdrukken
o.v.t.t.
  1. zou verdrukken
  2. zou verdrukken
  3. zou verdrukken
  4. zouden verdrukken
  5. zouden verdrukken
  6. zouden verdrukken
diversen
  1. verdruk!
  2. verdrukt!
  3. verdrukt
  4. verdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verdrukken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
oprimir verdrukken beklemmen; benauwen; butsen; een deuk maken in; indeuken; indrukken; induwen; naar beneden drukken; persen