Niederländisch
Detailübersetzungen für uitvorsen (Niederländisch) ins Spanisch
uitvorsen:
-
uitvorsen
Konjugationen für uitvorsen:
o.t.t.
- vors uit
- vorst uit
- vorst uit
- vorsen uit
- vorsen uit
- vorsen uit
o.v.t.
- vorste uit
- vorste uit
- vorste uit
- vorsten uit
- vorsten uit
- vorsten uit
v.t.t.
- heb uitgevorst
- hebt uitgevorst
- heeft uitgevorst
- hebben uitgevorst
- hebben uitgevorst
- hebben uitgevorst
v.v.t.
- had uitgevorst
- had uitgevorst
- had uitgevorst
- hadden uitgevorst
- hadden uitgevorst
- hadden uitgevorst
o.t.t.t.
- zal uitvorsen
- zult uitvorsen
- zal uitvorsen
- zullen uitvorsen
- zullen uitvorsen
- zullen uitvorsen
o.v.t.t.
- zou uitvorsen
- zou uitvorsen
- zou uitvorsen
- zouden uitvorsen
- zouden uitvorsen
- zouden uitvorsen
en verder
- ben uitgevorst
- bent uitgevorst
- is uitgevorst
- zijn uitgevorst
- zijn uitgevorst
- zijn uitgevorst
diversen
- vors uit!
- vorst uit!
- uitgevorst
- uitvorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uitvorsen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
indagar | uitvorsen | doorvorsen |