Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- uitgehouden:
- uithouden:
-
Wiktionary:
- uithouden → aguantar, aguantar hasta el fin
- uithouden → permanecer, quedar
Niederländisch
Detailübersetzungen für uitgehouden (Niederländisch) ins Spanisch
uitgehouden:
-
uitgehouden (volgehouden)
sostenido; aguantado; resistido; perseverado-
sostenido Adjektiv
-
aguantado Adjektiv
-
resistido Adjektiv
-
perseverado Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für uitgehouden:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
sostenido | agonie; grief; kwelling; nood; torment; verschrikking | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aguantado | uitgehouden; volgehouden | |
perseverado | uitgehouden; volgehouden | doorgezet; erdoorheen gedrukt |
resistido | uitgehouden; volgehouden | |
sostenido | uitgehouden; volgehouden | gestut; ondersteund |
uitgehouden form of uithouden:
Konjugationen für uithouden:
o.t.t.
- houd uit
- houdt uit
- houdt uit
- houden uit
- houden uit
- houden uit
o.v.t.
- hield uit
- hield uit
- hield uit
- hielden uit
- hielden uit
- hielden uit
v.t.t.
- heb uitgehouden
- hebt uitgehouden
- heeft uitgehouden
- hebben uitgehouden
- hebben uitgehouden
- hebben uitgehouden
v.v.t.
- had uitgehouden
- had uitgehouden
- had uitgehouden
- hadden uitgehouden
- hadden uitgehouden
- hadden uitgehouden
o.t.t.t.
- zal uithouden
- zult uithouden
- zal uithouden
- zullen uithouden
- zullen uithouden
- zullen uithouden
o.v.t.t.
- zou uithouden
- zou uithouden
- zou uithouden
- zouden uithouden
- zouden uithouden
- zouden uithouden
diversen
- houd uit!
- houdt uit!
- uitgehouden
- uithoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uithouden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aguantar | doorstaan; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; volhouden | doorleven; doormaken; doorstaan; dulden; iets verduren; in leven blijven; incasseren; opvangen; overleven; standhouden; velen; verdragen; verduren; verteren; welgevallen; zich staande houden |
soportar | doorstaan; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; volhouden | aanjagen; aansporen; doorleven; doormaken; doorstaan; dragen; iets verduren; incasseren; ondersteunen; opjutten; opvangen; porren; schoren; schragen; steunen; stutten; verdragen; verduren; verteren |
Wiktionary Übersetzungen für uithouden:
uithouden
Cross Translation:
verb
-
langdurig moeilijkheden verdragen of belasting dragen
- uithouden → aguantar; aguantar hasta el fin
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uithouden | → permanecer; quedar | ↔ abide — to endure |