Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für uitbreken (Niederländisch) ins Spanisch
uitbreken:
-
uitbreken (ontsnapping; uitbraak; ontvluchting)
Übersetzung Matrix für uitbreken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
escapada | ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken | echappement; escapade; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje; vliegreis; vliegtocht; vlucht |
evasiones | ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken | vliegreis; vliegtocht; vlucht |
evasión | ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken | mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; ontwijken; ontwijking; schuwen; trachten te ontkomen aan; verhoeden; vermijden; vermijding; vliegreis; vliegtocht; vlucht |
fuga | ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken | fuga; lek; lekkage; lekken; wegvloeisel |
huida | ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken |