Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. tapdans:
  2. tapdansen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für tapdans (Niederländisch) ins Spanisch

tapdans:

tapdans [de ~ (m)] Nomen

  1. de tapdans
    el claqué

Übersetzung Matrix für tapdans:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
claqué tapdans het stepdansen; stepdans

Verwandte Wörter für "tapdans":


tapdans form of tapdansen:

tapdansen Verb (tapdans, tapdanst, tapdanste, tapdansten, getapdanst)

  1. tapdansen

Konjugationen für tapdansen:

o.t.t.
  1. tapdans
  2. tapdanst
  3. tapdanst
  4. tapdansen
  5. tapdansen
  6. tapdansen
o.v.t.
  1. tapdanste
  2. tapdanste
  3. tapdanste
  4. tapdansten
  5. tapdansten
  6. tapdansten
v.t.t.
  1. heb getapdanst
  2. hebt getapdanst
  3. heeft getapdanst
  4. hebben getapdanst
  5. hebben getapdanst
  6. hebben getapdanst
v.v.t.
  1. had getapdanst
  2. had getapdanst
  3. had getapdanst
  4. hadden getapdanst
  5. hadden getapdanst
  6. hadden getapdanst
o.t.t.t.
  1. zal tapdansen
  2. zult tapdansen
  3. zal tapdansen
  4. zullen tapdansen
  5. zullen tapdansen
  6. zullen tapdansen
o.v.t.t.
  1. zou tapdansen
  2. zou tapdansen
  3. zou tapdansen
  4. zouden tapdansen
  5. zouden tapdansen
  6. zouden tapdansen
en verder
  1. ben getapdanst
  2. bent getapdanst
  3. is getapdanst
  4. zijn getapdanst
  5. zijn getapdanst
  6. zijn getapdanst
diversen
  1. tapdans!
  2. tapdanst!
  3. getapdanst
  4. tapdansend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für tapdansen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bailar claqué tapdansen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bailar claqué tapdansen

Verwandte Wörter für "tapdansen":