Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. subsidiëren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für subsidiëren (Niederländisch) ins Spanisch

subsidiëren:

subsidiëren Verb (subsidieer, subsidieert, subsidieerde, subsidieerden, gesubsidieerd)

  1. subsidiëren

Konjugationen für subsidiëren:

o.t.t.
  1. subsidieer
  2. subsidieert
  3. subsidieert
  4. subsidieren
  5. subsidieren
  6. subsidieren
o.v.t.
  1. subsidieerde
  2. subsidieerde
  3. subsidieerde
  4. subsidieerden
  5. subsidieerden
  6. subsidieerden
v.t.t.
  1. heb gesubsidieerd
  2. hebt gesubsidieerd
  3. heeft gesubsidieerd
  4. hebben gesubsidieerd
  5. hebben gesubsidieerd
  6. hebben gesubsidieerd
v.v.t.
  1. had gesubsidieerd
  2. had gesubsidieerd
  3. had gesubsidieerd
  4. hadden gesubsidieerd
  5. hadden gesubsidieerd
  6. hadden gesubsidieerd
o.t.t.t.
  1. zal subsidiëren
  2. zult subsidiëren
  3. zal subsidiëren
  4. zullen subsidiëren
  5. zullen subsidiëren
  6. zullen subsidiëren
o.v.t.t.
  1. zou subsidiëren
  2. zou subsidiëren
  3. zou subsidiëren
  4. zouden subsidiëren
  5. zouden subsidiëren
  6. zouden subsidiëren
en verder
  1. ben gesubsidieerd
  2. bent gesubsidieerd
  3. is gesubsidieerd
  4. zijn gesubsidieerd
  5. zijn gesubsidieerd
  6. zijn gesubsidieerd
diversen
  1. subsidieer!
  2. subsidieert!
  3. gesubsidieerd
  4. subsidierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für subsidiëren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
subvencionar subsidiëren

Wiktionary Übersetzungen für subsidiëren:

subsidiëren
verb
  1. van overheidswege financiële hulp voor een bepaalde activiteit, ver- of aankoop verlenen

Cross Translation:
FromToVia
subsidiëren subvencionar; subsidiar subsidize — To assist someone or something by granting a subsidy