Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. socialiseren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für socialiseren (Niederländisch) ins Spanisch

socialiseren:

socialiseren Verb (socialiseer, socialiseert, socialiseerde, socialiseerden, gesocialiseerd)

  1. socialiseren (sociaal zijn)

Konjugationen für socialiseren:

o.t.t.
  1. socialiseer
  2. socialiseert
  3. socialiseert
  4. socialiseren
  5. socialiseren
  6. socialiseren
o.v.t.
  1. socialiseerde
  2. socialiseerde
  3. socialiseerde
  4. socialiseerden
  5. socialiseerden
  6. socialiseerden
v.t.t.
  1. heb gesocialiseerd
  2. hebt gesocialiseerd
  3. heeft gesocialiseerd
  4. hebben gesocialiseerd
  5. hebben gesocialiseerd
  6. hebben gesocialiseerd
v.v.t.
  1. had gesocialiseerd
  2. had gesocialiseerd
  3. had gesocialiseerd
  4. hadden gesocialiseerd
  5. hadden gesocialiseerd
  6. hadden gesocialiseerd
o.t.t.t.
  1. zal socialiseren
  2. zult socialiseren
  3. zal socialiseren
  4. zullen socialiseren
  5. zullen socialiseren
  6. zullen socialiseren
o.v.t.t.
  1. zou socialiseren
  2. zou socialiseren
  3. zou socialiseren
  4. zouden socialiseren
  5. zouden socialiseren
  6. zouden socialiseren
en verder
  1. ben gesocialiseerd
  2. bent gesocialiseerd
  3. is gesocialiseerd
  4. zijn gesocialiseerd
  5. zijn gesocialiseerd
  6. zijn gesocialiseerd
diversen
  1. socialiseer!
  2. socialiseert!
  3. gesocialiseerd
  4. socialiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für socialiseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
socializar sociaal zijn; socialiseren