Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- sidderend:
- sidderen:
-
Wiktionary:
- sidderen → temblar
Niederländisch
Detailübersetzungen für sidderend (Niederländisch) ins Spanisch
sidderend:
Übersetzung Matrix für sidderend:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
temblando | huiverend; sidderend | bevend; bibberend; rillend; trillend; vibrerend |
sidderen:
-
sidderen (beven)
estremecerse-
estremecerse Verb
-
Konjugationen für sidderen:
o.t.t.
- sidder
- siddert
- siddert
- sidderen
- sidderen
- sidderen
o.v.t.
- sidderde
- sidderde
- sidderde
- sidderden
- sidderden
- sidderden
v.t.t.
- heb gesidderd
- hebt gesidderd
- heeft gesidderd
- hebben gesidderd
- hebben gesidderd
- hebben gesidderd
v.v.t.
- had gesidderd
- had gesidderd
- had gesidderd
- hadden gesidderd
- hadden gesidderd
- hadden gesidderd
o.t.t.t.
- zal sidderen
- zult sidderen
- zal sidderen
- zullen sidderen
- zullen sidderen
- zullen sidderen
o.v.t.t.
- zou sidderen
- zou sidderen
- zou sidderen
- zouden sidderen
- zouden sidderen
- zouden sidderen
en verder
- ben gesidderd
- bent gesidderd
- is gesidderd
- zijn gesidderd
- zijn gesidderd
- zijn gesidderd
diversen
- sidder!
- siddert!
- gesidderd
- sidderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für sidderen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
estremecerse | beven; sidderen | griezelen; gruwen; huiveren |