Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. schoof:
  2. schuiven:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schoof (Niederländisch) ins Spanisch

schoof:

schoof [de ~] Nomen

  1. de schoof (bundel; bosje)
    la gavilla

Übersetzung Matrix für schoof:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gavilla bosje; bundel; schoof

Verwandte Wörter für "schoof":


Wiktionary Übersetzungen für schoof:


Cross Translation:
FromToVia
schoof haz; atado; atada sheaf — bundle of grain or straw
schoof haz sheaf — mathematical construct
schoof garba; gavilla gerbefaisceau de blé, où les épis sont disposer d’un même côté.

schuiven:

schuiven Verb (schuif, schuift, schoof, schoven, geschoven)

  1. schuiven (voortschuiven)
  2. schuiven

Konjugationen für schuiven:

o.t.t.
  1. schuif
  2. schuift
  3. schuift
  4. schuiven
  5. schuiven
  6. schuiven
o.v.t.
  1. schoof
  2. schoof
  3. schoof
  4. schoven
  5. schoven
  6. schoven
v.t.t.
  1. heb geschoven
  2. hebt geschoven
  3. heeft geschoven
  4. hebben geschoven
  5. hebben geschoven
  6. hebben geschoven
v.v.t.
  1. had geschoven
  2. had geschoven
  3. had geschoven
  4. hadden geschoven
  5. hadden geschoven
  6. hadden geschoven
o.t.t.t.
  1. zal schuiven
  2. zult schuiven
  3. zal schuiven
  4. zullen schuiven
  5. zullen schuiven
  6. zullen schuiven
o.v.t.t.
  1. zou schuiven
  2. zou schuiven
  3. zou schuiven
  4. zouden schuiven
  5. zouden schuiven
  6. zouden schuiven
en verder
  1. ben geschoven
  2. bent geschoven
  3. is geschoven
  4. zijn geschoven
  5. zijn geschoven
  6. zijn geschoven
diversen
  1. schuif!
  2. schuift!
  3. geschoven
  4. schuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schuiven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desplazar schuiven demonteren; disloqueren; een spier verrekken; iets verplaatsen; ontmantelen; onttakelen; roeren; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verleggen; verplaatsen; verrijden; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten; voortbewegen
empujar hacia delante schuiven; voortschuiven duwen; voortduwen

Verwandte Wörter für "schuiven":


Verwandte Definitionen für "schuiven":

  1. dicht langs een oppervlak bewegen1
    • schuif eens opzij1
  2. verplaatsen door te duwen1
    • ik schoof de stoel bij het raam1

Wiktionary Übersetzungen für schuiven:


Cross Translation:
FromToVia
schuiven deslizar slide — to cause to move in contact with a surface
schuiven rellenar; mechar fourrerintroduire, faire entrer, placer en quelque endroit, mettre parmi d’autres choses.
schuiven patinar; resbalar; deslizarse glisser — Se mettre en mouvement, comme couler sur une surface lisse ou le long d’un autre corps.

Computerübersetzung von Drittern: