Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- rentenieren:
- rentenier:
-
Wiktionary:
- rentenier → rentista
Niederländisch
Detailübersetzungen für rentenieren (Niederländisch) ins Spanisch
rentenieren:
-
rentenieren
Konjugationen für rentenieren:
o.t.t.
- rentenier
- renteniert
- renteniert
- rentenieren
- rentenieren
- rentenieren
o.v.t.
- rentenierde
- rentenierde
- rentenierde
- rentenierden
- rentenierden
- rentenierden
v.t.t.
- heb gerentenierd
- hebt gerentenierd
- heeft gerentenierd
- hebben gerentenierd
- hebben gerentenierd
- hebben gerentenierd
v.v.t.
- had gerentenierd
- had gerentenierd
- had gerentenierd
- hadden gerentenierd
- hadden gerentenierd
- hadden gerentenierd
o.t.t.t.
- zal rentenieren
- zult rentenieren
- zal rentenieren
- zullen rentenieren
- zullen rentenieren
- zullen rentenieren
o.v.t.t.
- zou rentenieren
- zou rentenieren
- zou rentenieren
- zouden rentenieren
- zouden rentenieren
- zouden rentenieren
diversen
- rentenier!
- renteniert!
- gerentenierd
- rentenierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für rentenieren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
vivir de la renta | rentenieren |
Verwandte Wörter für "rentenieren":
rentenier:
Übersetzung Matrix für rentenier:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
rentista | rentenier |