Niederländisch
Detailübersetzungen für rekwireren (Niederländisch) ins Spanisch
rekwireren:
-
rekwireren (opeisen; eisen; aanspraak maken op; vorderen; opvorderen)
Konjugationen für rekwireren:
o.t.t.
- rekwireer
- rekwireert
- rekwireert
- rekwireren
- rekwireren
- rekwireren
o.v.t.
- rekwireerde
- rekwireerde
- rekwireerde
- rekwireerden
- rekwireerden
- rekwireerden
v.t.t.
- heb gerekwireerd
- hebt gerekwireerd
- heeft gerekwireerd
- hebben gerekwireerd
- hebben gerekwireerd
- hebben gerekwireerd
v.v.t.
- had gerekwireerd
- had gerekwireerd
- had gerekwireerd
- hadden gerekwireerd
- hadden gerekwireerd
- hadden gerekwireerd
o.t.t.t.
- zal rekwireren
- zult rekwireren
- zal rekwireren
- zullen rekwireren
- zullen rekwireren
- zullen rekwireren
o.v.t.t.
- zou rekwireren
- zou rekwireren
- zou rekwireren
- zouden rekwireren
- zouden rekwireren
- zouden rekwireren
en verder
- is gerekwireerd
- zijn gerekwireerd
diversen
- rekwireer!
- rekwireert!
- gerekwireerd
- rekwirerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für rekwireren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
exigir | opvorderen; vordering | |
reclamar | aanspraak maken op; claim; opvorderen; vordering | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
exigir | aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen | aanspraak op maken; eisen; terugeisen; terugvorderen; vereisen; vergen; verlangen |
reclamar | aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen | aanspraak op maken; aanvragen; een klacht indienen; eisen; inmanen; invorderen; klagen; opvragen; reclameren; terugeisen; terugvorderen; terugvragen; verzoeken; vorderen; vragen; zich beklagen; zijn beklag indienen |
reivindicar | aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen | eisen; inmanen; invorderen; terugeisen; terugvorderen; vorderen |