Niederländisch
Detailübersetzungen für rekruteren (Niederländisch) ins Spanisch
rekruteren:
-
rekruteren (rekrutering)
-
rekruteren (werven; aanwerven)
-
rekruteren (aantrekken; ronselen)
-
rekruteren
Konjugationen für rekruteren:
o.t.t.
- rekruteer
- rekruteert
- rekruteert
- rekruteren
- rekruteren
- rekruteren
o.v.t.
- rekruteerde
- rekruteerde
- rekruteerde
- rekruteerden
- rekruteerden
- rekruteerden
v.t.t.
- heb gerekruteerd
- hebt gerekruteerd
- heeft gerekruteerd
- hebben gerekruteerd
- hebben gerekruteerd
- hebben gerekruteerd
v.v.t.
- had gerekruteerd
- had gerekruteerd
- had gerekruteerd
- hadden gerekruteerd
- hadden gerekruteerd
- hadden gerekruteerd
o.t.t.t.
- zal rekruteren
- zult rekruteren
- zal rekruteren
- zullen rekruteren
- zullen rekruteren
- zullen rekruteren
o.v.t.t.
- zou rekruteren
- zou rekruteren
- zou rekruteren
- zouden rekruteren
- zouden rekruteren
- zouden rekruteren
en verder
- ben gerekruteerd
- bent gerekruteerd
- is gerekruteerd
- zijn gerekruteerd
- zijn gerekruteerd
- zijn gerekruteerd
diversen
- rekruteer!
- rekruteert!
- gerekruteerd
- rekruterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für rekruteren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
atraer | lokken; verleiden | |
reclutamiento | rekruteren; rekrutering | lichting; rekrutering; werving |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
alistar reclutas | aantrekken; rekruteren; ronselen | |
atraer | aantrekken; rekruteren; ronselen | bijtrekken; dichtbijlokken; erbij trekken; lokken; naar zich toe trekken; naartoe trekken; rukken; sleuren; tevoorschijn lokken; trekken |
contratar | aanwerven; rekruteren; werven | benoemen; charteren; contracteren; huren; in functie aanstellen; pachten; vastleggen |
reclutar | aantrekken; aanwerven; rekruteren; ronselen; werven | aannemen; aanroepen; aantrekken; in dienst nemen; inhuren; inroepen; inviteren; ontbieden; oproepen; sommeren |
Computerübersetzung von Drittern: