Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. onderhuren:
  2. onderhuur:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onderhuren (Niederländisch) ins Spanisch

onderhuren:

onderhuren Verb (huur onder, huurt onder, huurde onder, huurden onder, ondergehuurd)

  1. onderhuren (onderverhuren)

Konjugationen für onderhuren:

o.t.t.
  1. huur onder
  2. huurt onder
  3. huurt onder
  4. huren onder
  5. huren onder
  6. huren onder
o.v.t.
  1. huurde onder
  2. huurde onder
  3. huurde onder
  4. huurden onder
  5. huurden onder
  6. huurden onder
v.t.t.
  1. heb ondergehuurd
  2. hebt ondergehuurd
  3. heeft ondergehuurd
  4. hebben ondergehuurd
  5. hebben ondergehuurd
  6. hebben ondergehuurd
v.v.t.
  1. had ondergehuurd
  2. had ondergehuurd
  3. had ondergehuurd
  4. hadden ondergehuurd
  5. hadden ondergehuurd
  6. hadden ondergehuurd
o.t.t.t.
  1. zal onderhuren
  2. zult onderhuren
  3. zal onderhuren
  4. zullen onderhuren
  5. zullen onderhuren
  6. zullen onderhuren
o.v.t.t.
  1. zou onderhuren
  2. zou onderhuren
  3. zou onderhuren
  4. zouden onderhuren
  5. zouden onderhuren
  6. zouden onderhuren
diversen
  1. huur onder!
  2. huurt onder!
  3. ondergehuurd
  4. onderhurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für onderhuren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
realquilar onderhuren; onderverhuren
subalquilar onderhuren; onderverhuren
subarrendar onderhuren; onderverhuren

Verwandte Wörter für "onderhuren":


onderhuren form of onderhuur:

onderhuur [de ~] Nomen

  1. de onderhuur (onderpacht)
    el subarriendo; el realquiler

Übersetzung Matrix für onderhuur:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
realquiler onderhuur; onderpacht
subarriendo onderhuur; onderpacht

Verwandte Wörter für "onderhuur":