Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze onbelangrijkheid

übersetze onbelangrijkheid von Niederländische ins Spanisch

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

onbelangrijkheid:
- falta de importancia
onbelangrijk:
- corriente; banal
Wiktionary:
- onbelangrijk → insignificante, tenue, [[sin importancia]], frívolo, menor, vanidoso

Niederländisch

Detailübersetzungen für onbelangrijkheid (Niederländisch) ins Spanisch

onbelangrijkheid:

onbelangrijkheid [de ~ (v)] Nomen

de onbelangrijkheid
la falta de importancia
- falta de importancia [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für onbelangrijkheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
falta de importancia	onbelangrijkheid

Verwandte Wörter für "onbelangrijkheid":

onbelangrijkheden, onbelangrijk

onbelangrijkheid form of onbelangrijk:

onbelangrijk Adjektiv

onbelangrijk (triviaal; futiel; nietsbetekenend; weinigzeggend; onbenullig; onbetekenend; onbeduidend; nietszeggend)
corriente; banal
- corriente Adjektiv
- banal Adjektiv

Übersetzung Matrix für onbelangrijk:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
corriente		instroming; instroom; luchtzuiging; tocht; toestroom; trek
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
banal	futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend	banaal; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vuig; vunzig
corriente	futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend	actuele; courant; eigentijds; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; hedendaags; hedendaagse; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lopend; modern; normaal; onedel

Verwandte Wörter für "onbelangrijk":

onbelangrijkheid, onbelangrijker, onbelangrijkere, onbelangrijkst, onbelangrijkste, onbelangrijke

Wiktionary Übersetzungen für onbelangrijk:

Cross Translation:

From	To	Via
• onbelangrijk	→ insignificante	↔ insignificant — not significant; not important
• onbelangrijk	→ insignificante	↔ nugatory — trivial, trifling
• onbelangrijk	→ tenue	↔ tenuous — thin in substance or consistency
• onbelangrijk	→ [[sin importancia]]	↔ unimportant — not important or noteworthy
• onbelangrijk	→ frívolo	↔ frivole — Qui est vain ; qui n’a nulle importance.
• onbelangrijk	→ menor	↔ mineur — militaire\|fr Qui concerne les mines.
• onbelangrijk	→ vanidoso	↔ vaniteux — Personne vaniteuse.