Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. omlijsten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omlijsten (Niederländisch) ins Spanisch

omlijsten:

omlijsten Verb (omlijst, omlijstte, omlijstten, omlijst)

  1. omlijsten

Konjugationen für omlijsten:

o.t.t.
  1. omlijst
  2. omlijst
  3. omlijst
  4. omlijsten
  5. omlijsten
  6. omlijsten
o.v.t.
  1. omlijstte
  2. omlijstte
  3. omlijstte
  4. omlijstten
  5. omlijstten
  6. omlijstten
v.t.t.
  1. heb omlijst
  2. hebt omlijst
  3. heeft omlijst
  4. hebben omlijst
  5. hebben omlijst
  6. hebben omlijst
v.v.t.
  1. had omlijst
  2. had omlijst
  3. had omlijst
  4. hadden omlijst
  5. hadden omlijst
  6. hadden omlijst
o.t.t.t.
  1. zal omlijsten
  2. zult omlijsten
  3. zal omlijsten
  4. zullen omlijsten
  5. zullen omlijsten
  6. zullen omlijsten
o.v.t.t.
  1. zou omlijsten
  2. zou omlijsten
  3. zou omlijsten
  4. zouden omlijsten
  5. zouden omlijsten
  6. zouden omlijsten
en verder
  1. ben omlijst
  2. bent omlijst
  3. is omlijst
  4. zijn omlijst
  5. zijn omlijst
  6. zijn omlijst
diversen
  1. omlijst!
  2. omlijst!
  3. omlijst
  4. omlijstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omlijsten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
encuadrar omlijsten inramen
enmarcar omlijsten inlijsten; omkaderen
proveer de un borde omlijsten

Computerübersetzung von Drittern: