Niederländisch
Detailübersetzungen für memoreren (Niederländisch) ins Spanisch
memoreren:
-
memoreren (in herinnering brengen; herinneren)
recordar; acordarse; acordarse de; rememorar; instigar; traer a la memoria-
recordar Verb
-
acordarse Verb
-
acordarse de Verb
-
rememorar Verb
-
instigar Verb
-
traer a la memoria Verb
-
Konjugationen für memoreren:
o.t.t.
- memoreer
- memoreert
- memoreert
- memoreren
- memoreren
- memoreren
o.v.t.
- memoreerde
- memoreerde
- memoreerde
- memoreerden
- memoreerden
- memoreerden
v.t.t.
- heb gememoreerd
- hebt gememoreerd
- heeft gememoreerd
- hebben gememoreerd
- hebben gememoreerd
- hebben gememoreerd
v.v.t.
- had gememoreerd
- had gememoreerd
- had gememoreerd
- hadden gememoreerd
- hadden gememoreerd
- hadden gememoreerd
o.t.t.t.
- zal memoreren
- zult memoreren
- zal memoreren
- zullen memoreren
- zullen memoreren
- zullen memoreren
o.v.t.t.
- zou memoreren
- zou memoreren
- zou memoreren
- zouden memoreren
- zouden memoreren
- zouden memoreren
en verder
- ben gememoreerd
- bent gememoreerd
- is gememoreerd
- zijn gememoreerd
- zijn gememoreerd
- zijn gememoreerd
diversen
- memoreer!
- memoreert!
- gememoreerd
- memorerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze