Niederländisch

Detailübersetzungen für macht (Niederländisch) ins Spanisch

macht:

macht [de ~] Nomen

  1. de macht (gezag)
    la autoridad; la potencia; el potencial
  2. de macht (kracht; vermogen)
    el vigor; la fuerza; el poder; la capacidad; el dominio; la fortaleza; la potencia; el potencial; la energía; el dinamismo; la vitalidad; la autoridad; la potestad; la vigencia
  3. de macht (invloed)
    la influencia; el ascendiente; el dominio; el autoridad; la energía; la acción
  4. de macht (heerschappij; autoriteit; gezag)
    el poder; la supremacía; la autoridad; el dominio; el señorío

Übersetzung Matrix für macht:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acción invloed; macht aandeel; actie; ageren; aktie; beweging; bijdrage; daad; gang; gebaar; geste; grote daad; handelen; handeling; inbreng; kampanje; lichaamsbeweging; prestatie; scheepskampanje; snelheid; spoed; tempo; vaart; vennootsaandeel; vennootschapsaandeel; verrichting; werken; werking
ascendiente invloed; macht omhoog komen
autoridad autoriteit; gezag; heerschappij; invloed; kracht; macht; vermogen autoriteit; autoriteiten; bevoegdheid; competentie; force majeure; gezag; gezaghebber; gezaghebbers; gezagsdrager; gezagsorgaan; gouvernement; instantie; kabinet; overmacht; regering
capacidad kracht; macht; vermogen aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capabelheid; capaciteit; competentie; draagkracht; draagvermogen; gave; geschiktheid; grootte in de ruimte; inhoud; inhoudsruimte; knobbel; kracht; kundigheid; kwaliteit; laadvermogen; omvatte ruimte; scherpzinnigheid; talent; ter zake kundigheid; vermogen; vernuft; volume; wat ergens in zit
dinamismo kracht; macht; vermogen dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte
dominio autoriteit; gezag; heerschappij; invloed; kracht; macht; vermogen TLD; bedwang; beheersing; bezitting; boedel; district; domein; gebiedsdeel; huisraad; inboedel; mate van bekwaamheid; rayon; rayon van een bedrijf; topleveldomein
energía invloed; kracht; macht; vermogen aandrift; capaciteit; daadkracht; daadkrachtigheid; doortastendheid; drift; dynamiek; electrische stroom; energie; esprit; felheid; fiksheid; fut; hartstocht; kracht; krachtdadigheid; momentum; passie; puf; sterkte; stroom; stuwkracht; vermogen; voortstuwing; voortvarendheid; vuur; werklust
fortaleza kracht; macht; vermogen aandrijving; bastion; bolwerk; burcht; citadel; deurslot; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; fort; kasteel; kracht; krachtdadigheid; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterkte; stuwkracht; versterkte plaats; voortstuwing
fuerza kracht; macht; vermogen aandrift; aandrijving; capaciteit; daadkracht; dapperheid; doortastendheid; dynamiek; energie; esprit; felheid; fermheid; flinkheid; forsheid; fut; gehardheid; gestaaldheid; geweld; heftigheid; hevigheid; intensiteit; koenheid; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; moed; momentum; onversaagdheid; puf; sterkte; stevigheid; stoerheid; stootband; stuwkracht; vermogen; voortstuwing; voortvarendheid; werklust
influencia invloed; macht aanslag; beïnvloeding; impact; inwerking
poder autoriteit; gezag; heerschappij; kracht; macht; vermogen autorisatie; capaciteit; fiat; geven van volmacht; gezag; gouvernement; kabinet; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; machtiging; machtigingsformulier; mandaat; procuratie; regering; toestemming; vergunning; vermogen; volmacht
potencia gezag; kracht; macht; vermogen bekwaamheid; capaciteit; graad; kracht; kwaliteit; militaire rang; mogendheden; mogendheid; ter zake kundigheid; vermogen
potencial gezag; kracht; macht; vermogen veldsterkte
potestad kracht; macht; vermogen
señorío autoriteit; gezag; heerschappij; macht
supremacía autoriteit; gezag; heerschappij; macht force majeure; hegemonie; overmacht; suprematie
vigencia kracht; macht; vermogen geldigheid; geldigheidsduur; gelding; geldingsdrang; krachtdadigheid; levensduur; lichamelijke geschiktheid; termijn van geldigheid; validiteit
vigor kracht; macht; vermogen aandrijving; betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; gehardheid; gestaaldheid; krachtdadigheid; kranigheid; pittigheid; soliditeit; stevigheid; stuwkracht; voortstuwing
vitalidad kracht; macht; vermogen dynamiek; energie; felheid; fiksheid; groeikracht; kracht; krachtdadigheid; levenskracht; levensmoed; levensvatbaarheid; sterkte; vitaliteit
- vermogen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
poder iets mogen; mogen
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acción actie
dominio domein
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fuerza dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
potencial latent; potentieel

Verwandte Wörter für "macht":


Synonyms for "macht":


Verwandte Definitionen für "macht":

  1. getal dat aangeeft hoe vaak je een getal met zichzelf moet vermenigvuldigen1
    • twee tot de macht twee = 2 x 21
  2. groep mensen met speciale taak1
    • de rechterlijke macht1
  3. het baas zijn, invloed hebben1
    • de minister heeft meer macht dan de koningin1
  4. kracht om iets te doen1
    • we duwden uit alle macht1

Wiktionary Übersetzungen für macht:

macht
noun
  1. vermogen de wil op te leggen.

Cross Translation:
FromToVia
macht albedrío; agency; agencia agency — faculty of acting or of exerting power
macht poder power — influence
macht potencia power — mathematics: product of equal factors
macht autoridad autoritépouvoir ou droit de commander, d’obliger quelqu’un à quelque chose.
macht poder capacité — Pouvoirs reconnus par la loi
macht fuerza forcefaculté naturelle d’agir vigoureusement, en particulier en parlant de l’homme et des animaux.
macht habilidad; destreza; maña habilité — rare|fr droit|fr résultat de l’habilitation, aptitude.
macht poder pouvoircapacité à produire un effet.
macht potencia puissancepouvoir d’imposer son autorité.

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für macht