Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. looi:
  2. looien:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für looi (Niederländisch) ins Spanisch

looi:

looi [de ~] Nomen

  1. de looi
    el adobado

Übersetzung Matrix für looi:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adobado looi

Verwandte Wörter für "looi":


looien:

looien Verb (looi, looit, looide, looiden, gelooid)

  1. looien (leerlooien; tanen)
    adobar; curtir

Konjugationen für looien:

o.t.t.
  1. looi
  2. looit
  3. looit
  4. looien
  5. looien
  6. looien
o.v.t.
  1. looide
  2. looide
  3. looide
  4. looiden
  5. looiden
  6. looiden
v.t.t.
  1. heb gelooid
  2. hebt gelooid
  3. heeft gelooid
  4. hebben gelooid
  5. hebben gelooid
  6. hebben gelooid
v.v.t.
  1. had gelooid
  2. had gelooid
  3. had gelooid
  4. hadden gelooid
  5. hadden gelooid
  6. hadden gelooid
o.t.t.t.
  1. zal looien
  2. zult looien
  3. zal looien
  4. zullen looien
  5. zullen looien
  6. zullen looien
o.v.t.t.
  1. zou looien
  2. zou looien
  3. zou looien
  4. zouden looien
  5. zouden looien
  6. zouden looien
en verder
  1. ben gelooid
  2. bent gelooid
  3. is gelooid
  4. zijn gelooid
  5. zijn gelooid
  6. zijn gelooid
diversen
  1. looi!
  2. looit!
  3. gelooid
  4. looiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für looien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adobar leerlooien; looien; tanen in blik conserveren; inblikken; inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; zouten
curtir leerlooien; looien; tanen

Verwandte Wörter für "looien":


Wiktionary Übersetzungen für looien:

looien
verb
  1. het bewerken van een dierenhuid ter vervaardiging van leer