Niederländisch
Detailübersetzungen für lekten (Niederländisch) ins Spanisch
lekken:
-
lekken (lek zijn)
Konjugationen für lekken:
o.t.t.
- lek
- lekt
- lekt
- lekken
- lekken
- lekken
o.v.t.
- lekte
- lekte
- lekte
- lekten
- lekten
- lekten
v.t.t.
- heb gelekt
- hebt gelekt
- heeft gelekt
- hebben gelekt
- hebben gelekt
- hebben gelekt
v.v.t.
- had gelekt
- had gelekt
- had gelekt
- hadden gelekt
- hadden gelekt
- hadden gelekt
o.t.t.t.
- zal lekken
- zult lekken
- zal lekken
- zullen lekken
- zullen lekken
- zullen lekken
o.v.t.t.
- zou lekken
- zou lekken
- zou lekken
- zouden lekken
- zouden lekken
- zouden lekken
diversen
- lek!
- lekt!
- gelekt
- lekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für lekken:
Verwandte Wörter für "lekken":
Computerübersetzung von Drittern: