Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. lakken:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lakten (Niederländisch) ins Spanisch

lakten form of lakken:

lakken Verb (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)

  1. lakken (vernissen)
  2. lakken (verven; schilderen; beschilderen)
    pintar; teñir

Konjugationen für lakken:

o.t.t.
  1. lak
  2. lakt
  3. lakt
  4. lakken
  5. lakken
  6. lakken
o.v.t.
  1. lakte
  2. lakte
  3. lakte
  4. lakten
  5. lakten
  6. lakten
v.t.t.
  1. heb gelakt
  2. hebt gelakt
  3. heeft gelakt
  4. hebben gelakt
  5. hebben gelakt
  6. hebben gelakt
v.v.t.
  1. had gelakt
  2. had gelakt
  3. had gelakt
  4. hadden gelakt
  5. hadden gelakt
  6. hadden gelakt
o.t.t.t.
  1. zal lakken
  2. zult lakken
  3. zal lakken
  4. zullen lakken
  5. zullen lakken
  6. zullen lakken
o.v.t.t.
  1. zou lakken
  2. zou lakken
  3. zou lakken
  4. zouden lakken
  5. zouden lakken
  6. zouden lakken
diversen
  1. lak!
  2. lakt!
  3. gelakt
  4. lakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für lakken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pintar afbeelden; afschilderen; beschilderen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
barnizar lakken; vernissen
pintar beschilderen; lakken; schilderen; verven adviseren; afbeelden; afschilderen; doen lijken; iets aanraden; ingeven; portretteren; raden; schilderen; suggereren; tekenen; uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
pintar con laca lakken; vernissen
teñir beschilderen; lakken; schilderen; verven inkleuren; kleuren; tinten

Verwandte Wörter für "lakken":


Wiktionary Übersetzungen für lakken:


Cross Translation:
FromToVia
lakken lacar; laquear lacquer — to apply a lacquer to something
lakken pintar; barnizar lackieren — mit Lack versehen