Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. kompleet:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kompleet (Niederländisch) ins Spanisch

kompleet:

kompleet Adjektiv

  1. kompleet (plenair; voltallig)
    lleno; plenario; completo
  2. kompleet (algeheel; compleet; volledig; volkomen; volslagen)
    enteramente; completo; completamente; por completo; todo; total; totalmente; entero

Übersetzung Matrix für kompleet:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
todo alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
total alles; complete som; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaalbedrag; totaliteit; volkomenheid; volledige bedrag; volledigheid; voltalligheid
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
completo algeheel; compleet; kompleet; plenair; volkomen; volledig; volslagen; voltallig af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; gedaan; gepleegd; gereed; gevuld; geëindigd; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; klaar; onverkort; opgevuld; over; totaal; uit; vierkant; vol; voleindigd; volgestopt; volledig; volstrekt; voltooid; volwaardig; voorbij
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entero geheel getal
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
completamente algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen compleet; faliekant; finaal; fulltime; hartstikke; heel; hele; helemaal; totaal; vierkant; volledig; volstrekt; voluit
enteramente algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen faliekant; finaal; hartstikke; heel; hele; helemaal; vierkant; volstrekt
entero algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen faliekant; finaal; gaaf; hartstikke; heel; hele; helemaal; nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschadigd; ongebruikt; ongeopend; onverkort; onverzwakt; pas gekocht; puntgaaf; vierkant; volstrekt
lleno kompleet; plenair; voltallig gevuld; verzadigd; vol
plenario kompleet; plenair; voltallig
por completo algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; totaal; vierkant; volledig; volstrekt
todo algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen alle; allemaal; alles; elk; elke; gehele; iedere
total algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen absoluut; compleet; faliekant; finaal; gaaf; grondig; hartstikke; heel; helemaal; in het geheel; intact; integraal; onverdeeld; totaal; vierkant; volkomen; volledig; volstrekt
totalmente algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen absoluut; alleszins; compleet; enenmale; faliekant; finaal; fulltime; grondig; hartstikke; heel; hele; helemaal; in alle opzichten; in het geheel; totaal; vierkant; volkomen; volledig; volstrekt