Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. hits:
  2. hit:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hits (Niederländisch) ins Spanisch

hits:

hits [de ~] Nomen, Plural

  1. de hits (succesnummers)
    el éxitos; el éxitos de venta; el hits

Übersetzung Matrix für hits:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hits hits; succesnummers bestsellers; toppers
éxitos hits; succesnummers bestsellers; toppers
éxitos de venta hits; succesnummers bestsellers; toppers

Verwandte Wörter für "hits":


hits form of hit:

hit [de ~ (m)] Nomen

  1. de hit (succesnummer; succes; kraker; )
    el éxito; el hit

Übersetzung Matrix für hit:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hit bestseller; hit; kasstuk; klapper; kraker; raakschot; schlager; schot in de roos; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer aanrijding; botsing; collisie
éxito bestseller; hit; kasstuk; klapper; kraker; raakschot; schlager; schot in de roos; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer arbeidsprestatie; deur; gelukken; heil; huisdeur; lukken; mazzel; meevaller; slagen; succes; successtuk; voorspoed; voorspoedigheid; welslagen; welzijn; werkprestatie

Verwandte Wörter für "hit":

  • hitten, hits, hitje

Wiktionary Übersetzungen für hit:


Cross Translation:
FromToVia
hit éxito hit — success, especially in the entertainment industry

Computerübersetzung von Drittern: