Niederländisch
Detailübersetzungen für hengst (Niederländisch) ins Spanisch
hengst:
Übersetzung Matrix für hengst:
Verwandte Wörter für "hengst":
Wiktionary Übersetzungen für hengst:
hengst
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hengst | → padrillo; semental; garañón | ↔ Hengst — Zoologie: nicht kastriertes männliches Tier bei Pferd, Esel, Dromedar, Kamel und Zebra; auch in Bezug auf Giraffen kommt der Begriff „Hengst“ (Giraffenhengst) gelegentlich vor (anstatt Giraffenbulle) |
• hengst | → potro; semental; cojudo; entero; padrillo | ↔ stallion — uncastrated male horse |
• hengst | → semental; patrón; garañón | ↔ étalon — hippologie|fr cheval mâle utilisé pour la reproduction. |
hengst form of hengsten:
-
hengsten (hard studeren; blokken)
-
hengsten (hard slaan; slaan; meppen; timmeren)
-
hengsten (stompen; rammen)
Konjugationen für hengsten:
o.t.t.
- hengst
- hengst
- hengst
- hengsten
- hengsten
- hengsten
o.v.t.
- hengstte
- hengstte
- hengstte
- hengstten
- hengstten
- hengstten
v.t.t.
- heb gehengst
- hebt gehengst
- heeft gehengst
- hebben gehengst
- hebben gehengst
- hebben gehengst
v.v.t.
- had gehengst
- had gehengst
- had gehengst
- hadden gehengst
- hadden gehengst
- hadden gehengst
o.t.t.t.
- zal hengsten
- zult hengsten
- zal hengsten
- zullen hengsten
- zullen hengsten
- zullen hengsten
o.v.t.t.
- zou hengsten
- zou hengsten
- zou hengsten
- zouden hengsten
- zouden hengsten
- zouden hengsten
en verder
- ben gehengst
- bent gehengst
- is gehengst
- zijn gehengst
- zijn gehengst
- zijn gehengst
diversen
- hengst!
- hengst!
- gehengst
- hengstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für hengsten:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
golpear | bekloppen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
abofetear | hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren | |
aporrear | hengsten; rammen; stompen | aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; beuken; een klap geven; iemand toetakelen; in elkaar timmeren; rammen; slaan; toetakelen |
dar puñetazos | hengsten; rammen; stompen | bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten |
dar un puñetazo | hengsten; rammen; stompen | een opdonder verkopen |
empollar | blokken; hard studeren; hengsten | broeden; leerstof erin stampen; uitbroeden; warmhouden |
golpear | hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren | aankloppen; aantikken; beroeren; beuken; bonken; bonzen; een klap geven; hameren; heien; iemand raken; iemand treffen; ineenslaan; inkloppen; klepperen; kletteren; kloppen; luiden; raken; rammelen; rammen; slaan; tegen elkaar slaan; tikken; treffen |