Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. glooien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für glooien (Niederländisch) ins Spanisch

glooien:

glooien Verb (glooi, glooit, glooide, glooiden, geglooid)

  1. glooien (flauw hellend aflopend; vervallen; aflopen)

Konjugationen für glooien:

o.t.t.
  1. glooi
  2. glooit
  3. glooit
  4. glooien
  5. glooien
  6. glooien
o.v.t.
  1. glooide
  2. glooide
  3. glooide
  4. glooiden
  5. glooiden
  6. glooiden
v.t.t.
  1. heb geglooid
  2. hebt geglooid
  3. heeft geglooid
  4. hebben geglooid
  5. hebben geglooid
  6. hebben geglooid
v.v.t.
  1. had geglooid
  2. had geglooid
  3. had geglooid
  4. hadden geglooid
  5. hadden geglooid
  6. hadden geglooid
o.t.t.t.
  1. zal glooien
  2. zult glooien
  3. zal glooien
  4. zullen glooien
  5. zullen glooien
  6. zullen glooien
o.v.t.t.
  1. zou glooien
  2. zou glooien
  3. zou glooien
  4. zouden glooien
  5. zouden glooien
  6. zouden glooien
en verder
  1. is geglooid
  2. zijn geglooid
diversen
  1. glooi!
  2. glooit!
  3. geglooid
  4. glooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

glooien [znw.] Nomen

  1. glooien (flauw hellend aflopend)
    el inclinarse; el estar en declive

Übersetzung Matrix für glooien:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
estar en declive flauw hellend aflopend; glooien
inclinarse flauw hellend aflopend; glooien
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
declinar aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; vervallen afkeuren; aflopen; afschepen; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; begeven; declineren; flippen; verbuigen; vergaan; verkommeren; verlopen; verstrijken; vervallen; vervoegen; verwerpen; voorbijgaan; wegsturen
inclinarse aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; vervallen buigen; eerbied tonen; hellen; krommen; naar voren staan; neerduiken; neigen; nijgen; overhangen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen; tenderen naar; voorover buigen; voorover hellen; voorover neigen; welven

Computerübersetzung von Drittern: