Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. getreuzel:


Niederländisch

Detailübersetzungen für getreuzel (Niederländisch) ins Spanisch

getreuzel:

getreuzel [het ~] Nomen

  1. het getreuzel (getalm; geaarzel)
    el remoloneo; la tardanza; la vacilación
  2. het getreuzel (futselarij; beuzelarij)
    la chapuza

Übersetzung Matrix für getreuzel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chapuza beuzelarij; futselarij; getreuzel flikwerk; gesol; lapwerk
remoloneo geaarzel; getalm; getreuzel
tardanza geaarzel; getalm; getreuzel oponthoud; vertraging
vacilación geaarzel; getalm; getreuzel aarzeling; hapering; kink in de kabel; twijfeling; weifeling