Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- gestrekt:
- strekken:
-
Wiktionary:
- strekken → estirar, extenderse, vendar, dar cuerda, apretar, tender, tensar, extender, desenvolver
Niederländisch
Detailübersetzungen für gestrekt (Niederländisch) ins Spanisch
gestrekt:
-
gestrekt (uitgerekt)
-
gestrekt (languit liggend; liggend; uitgestrekt; languit)
Übersetzung Matrix für gestrekt:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
a todo lo largo | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt | |
dilatado | gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt | in details; uitgewerkt |
estirado | gestrekt; uitgerekt | aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; scherp; star; strak; strakgespannen; uit de hoogte; verstard; verwaand; vlijmend; vlijmscherp; zelfgenoegzaam; zelfingenomen |
extendido | gestrekt; uitgerekt | gespreid |
strekken:
Konjugationen für strekken:
o.t.t.
- strek
- strekt
- strekt
- strekken
- strekken
- strekken
o.v.t.
- strekte
- strekte
- strekte
- strekten
- strekten
- strekten
v.t.t.
- heb gestrekt
- hebt gestrekt
- heeft gestrekt
- hebben gestrekt
- hebben gestrekt
- hebben gestrekt
v.v.t.
- had gestrekt
- had gestrekt
- had gestrekt
- hadden gestrekt
- hadden gestrekt
- hadden gestrekt
o.t.t.t.
- zal strekken
- zult strekken
- zal strekken
- zullen strekken
- zullen strekken
- zullen strekken
o.v.t.t.
- zou strekken
- zou strekken
- zou strekken
- zouden strekken
- zouden strekken
- zouden strekken
en verder
- ben gestrekt
- bent gestrekt
- is gestrekt
- zijn gestrekt
- zijn gestrekt
- zijn gestrekt
diversen
- strek!
- strekt!
- gestrekt
- strekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für strekken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
estirar | strekken | loskrijgen; losmaken; lostornen; oprekken; opspannen; rekken; spannen; tornen; uithalen; uitstrekken; uittrekken |
Wiktionary Übersetzungen für strekken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• strekken | → estirar | ↔ stretch — lengthen by pulling |
• strekken | → extenderse | ↔ stretch — extend between limits |
• strekken | → vendar | ↔ bander — (familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler. |
• strekken | → dar cuerda | ↔ remonter — Traductions à trier suivant le sens |
• strekken | → apretar | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |
• strekken | → tender; tensar | ↔ tendre — étirer un fil, une corde, une surface; tirer une corde par plusieurs côtés pour la rendre raide ; étirer une peau. |
• strekken | → extender; estirar; desenvolver; tender | ↔ étendre — Traductions à trier suivant le sens |