"genoeg" übersetzt von Niederländische ins Spanisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

genoeg:
- suficiente; bastante; satisfactorio; satisfecho; entusiasta; vivo; complacido; alegre; contento; pagado; arrobado; abonado
Wiktionary:
- genoeg → ay de mí, ay, bastante, suficientemente, bastar

Niederländisch

Detailübersetzungen für genoeg (Niederländisch) ins Spanisch

genoeg:

genoeg Adjektiv

genoeg (basta)
suficiente; bastante
- suficiente Adjektiv
- bastante Adjektiv
genoeg (toereikend; sufficiënt; voldoende; bevredigend; genoegzaam)
suficiente; bastante; satisfactorio
- suficiente Adjektiv
- bastante Adjektiv
- satisfactorio Adjektiv
genoeg (voldaan; tevreden; bevredigd; vergenoegd; verzadigd)
satisfecho; entusiasta; vivo; complacido; alegre; contento; pagado; arrobado; abonado
- satisfecho Adjektiv
- entusiasta Adjektiv
- vivo Adjektiv
- complacido Adjektiv
- alegre Adjektiv
- contento Adjektiv
- pagado Adjektiv
- arrobado Adjektiv
- abonado Adjektiv

Übersetzung Matrix für genoeg:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
abonado		abonnee; intekenaar
bastante		aardig wat
contento		bevrediging; blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; satisfactie; voldoening; vrolijkheid
entusiasta		enthousiasteling
vivo		vluggerd
-	voldoende
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	zat
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
abonado	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan	bekend; vertrouwd
alegre	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan	bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; fideel; fleurig; frivool; geagiteerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; heugelijk; heuglijk; hooggekleurd; hups; jolig; kleurig; kleurrijk; kwiek; levendig; levenslustig; lichtzinnig; losbandig; losjes; luchthartig; luchtig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijd; verblijdend; verheugd; verhit; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; wuft; zonnig
arrobado	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan	dolblij; inblij; ontzettend blij
bastante	basta; bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; behoorlijke; danig; duchtig; enigermate; enigszins; enorm; flink; fors; iets; ietwat; menig; nogal; nogal wat; redelijk; redelijke; stoer; tamelijk; tamelijk veel; tamelijke; vrij veel; vrij wat
complacido	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan
contento	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan	blij; blijgestemd; blijmoedig; gelukkig; gelukkig gestemd; goedgehumeurd; goedgeluimd; jubelend; juichend; opgetogen; opgewekt; tevreden; verblijd; vergenoegd; verheugd; voldaan; voorspoedig; vrolijk; welgemoed; welgestemd
entusiasta	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan	bevlogen; bezield; blij; blijmoedig; dartel; dolblij; enthousiast; fervent; geestdriftig; gloedvol; hartelijk; inblij; levendig; levenslustig; minnelijk; monter; ontzettend blij; opgetogen; opgewekt; ovationeel; tierig; vriendelijk; vrolijk; vurig
pagado	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan	afbetaald; betaald; genivelleerd; vereffend
satisfactorio	bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende	heugelijk; heuglijk; verblijdend; verheugend
satisfecho	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan	fier; flink; genivelleerd; glorieus; groots; prat; trots; vereffend
suficiente	basta; bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende
vivo	bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan	achterbaks; actief; adrem; berekenend; beweeglijk; bezet; bij de pinken; bijdehand; bitter teleurgesteld; blij; blijgestemd; blijmoedig; clever; doortrapt; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; felle; fleurig; geagiteerd; gebloemd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gis; gluiperig; goedgehumeurd; goedgeluimd; goochem; in leven; kien; kittig; kleurrijk; leep; levend; levendig; listig; ongeblust; opgetogen; opgewekt; pienter; raak; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; spits; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; verbitterd; verhit; vrolijk; welgemoed; welgestemd

Synonyms for "genoeg":

voldoende; zat

Wiktionary Übersetzungen für genoeg:

Cross Translation:

From	To	Via
• genoeg	→ ay de mí; ay	↔ alas — exclamation of sorrow, etc.
• genoeg	→ bastante	↔ enough — sufficient
• genoeg	→ suficientemente	↔ enough — sufficiently
• genoeg	→ bastante	↔ enough — a sufficient or adequate number, amount, etc
• genoeg	→ bastar	↔ suffice — be enough, sufficient, adequate
• genoeg	→ bastante	↔ suffisant — Qui suffire.

Computerübersetzung von Drittern:

übersetze genoeg von Niederländische ins Spanisch

Detailübersetzungen für genoeg (Niederländisch) ins Spanisch

genoeg:

genoeg Adjektiv

genoeg (basta)

genoeg (toereikend; sufficiënt; voldoende; bevredigend; genoegzaam)

genoeg (voldaan; tevreden; bevredigd; vergenoegd; verzadigd)

Übersetzung Matrix für genoeg:

Synonyms for "genoeg":

Verwandte Definitionen für "genoeg":

Wiktionary Übersetzungen für genoeg:

Verwandte Übersetzungen für genoeg