Niederländisch
Detailübersetzungen für geneusd (Niederländisch) ins Spanisch
neuzen:
-
neuzen (speuren)
Konjugationen für neuzen:
o.t.t.
- neus
- neust
- neust
- neuzen
- neuzen
- nneuzen
o.v.t.
- neusde
- neusde
- neusde
- neusden
- neusden
- neusden
v.t.t.
- heb geneusd
- hebt geneusd
- heeft geneusd
- hebben geneusd
- hebben geneusd
- hebben geneusd
v.v.t.
- had geneusd
- had geneusd
- had geneusd
- hadden geneusd
- hadden geneusd
- hadden geneusd
o.t.t.t.
- zal neuzen
- zult neuzen
- zal neuzen
- zullen neuzen
- zullen neuzen
- zullen neuzen
o.v.t.t.
- zou neuzen
- zou neuzen
- zou neuzen
- zouden neuzen
- zouden neuzen
- zouden neuzen
diversen
- neus!
- neust!
- geneusd
- neuzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für neuzen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
rastrear | dreggen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
curiosear | neuzen; speuren | naspeuring doen; om zich heen kijken; rechercheren; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; snuffelen; snuffelen aan; speuren; struinen |
husmear en | neuzen; speuren | grasduinen; naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren |
rastrear | neuzen; speuren | crawlen; doorvorsen; dreggen; eggen; met een eg bewerken; naslaan; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; onderzoeken; opzoeken; rechercheren; snuffelen; speuren |
Verwandte Wörter für "neuzen":
Computerübersetzung von Drittern: