Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gebruind:
  2. bruinen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gebruind (Niederländisch) ins Spanisch

gebruind:

gebruind Adjektiv

  1. gebruind (zongebruind; gebronsd)
    moreno; bronceado; dorado; castaño

Übersetzung Matrix für gebruind:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
castaño kastanje; kastanjeboom
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bronceado gebronsd; gebruind; zongebruind goudbruin
castaño gebronsd; gebruind; zongebruind bruin; bruin van kleur
dorado gebronsd; gebruind; zongebruind bruingebakken; goudachtig; goudbruin; gouden; goudgeel; goudkleurig; van goud; verguld
moreno gebronsd; gebruind; zongebruind bruin door de zon

bruinen:

bruinen Verb (bruin, bruint, bruinde, bruinden, gebruind)

  1. bruinen (bronzen)

Konjugationen für bruinen:

o.t.t.
  1. bruin
  2. bruint
  3. bruint
  4. bruinen
  5. bruinen
  6. bruinen
o.v.t.
  1. bruinde
  2. bruinde
  3. bruinde
  4. bruinden
  5. bruinden
  6. bruinden
v.t.t.
  1. ben gebruind
  2. bent gebruind
  3. is gebruind
  4. zijn gebruind
  5. zijn gebruind
  6. zijn gebruind
v.v.t.
  1. was gebruind
  2. was gebruind
  3. was gebruind
  4. waren gebruind
  5. waren gebruind
  6. waren gebruind
o.t.t.t.
  1. zal bruinen
  2. zult bruinen
  3. zal bruinen
  4. zullen bruinen
  5. zullen bruinen
  6. zullen bruinen
o.v.t.t.
  1. zou bruinen
  2. zou bruinen
  3. zou bruinen
  4. zouden bruinen
  5. zouden bruinen
  6. zouden bruinen
diversen
  1. bruin!
  2. bruint!
  3. gebruind
  4. bruinend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bruinen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
broncear bronzen; bruinen
dorar bronzen; bruinen braden; vergulden
poner moreno bronzen; bruinen