Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. fileren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für fileer (Niederländisch) ins Spanisch

fileren:

fileren Verb (fileer, fileert, fileerde, fileerden, gefileerd)

  1. fileren

Konjugationen für fileren:

o.t.t.
  1. fileer
  2. fileert
  3. fileert
  4. fileren
  5. fileren
  6. fileren
o.v.t.
  1. fileerde
  2. fileerde
  3. fileerde
  4. fileerden
  5. fileerden
  6. fileerden
v.t.t.
  1. heb gefileerd
  2. hebt gefileerd
  3. heeft gefileerd
  4. hebben gefileerd
  5. hebben gefileerd
  6. hebben gefileerd
v.v.t.
  1. had gefileerd
  2. had gefileerd
  3. had gefileerd
  4. hadden gefileerd
  5. hadden gefileerd
  6. hadden gefileerd
o.t.t.t.
  1. zal fileren
  2. zult fileren
  3. zal fileren
  4. zullen fileren
  5. zullen fileren
  6. zullen fileren
o.v.t.t.
  1. zou fileren
  2. zou fileren
  3. zou fileren
  4. zouden fileren
  5. zouden fileren
  6. zouden fileren
en verder
  1. is gefileerd
  2. zijn gefileerd
diversen
  1. fileer!
  2. fileert!
  3. gefileerd
  4. filerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für fileren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
descubrir fileren achter komen; achterhalen; bemerken; bloot leggen; blootleggen; bouwklaar maken; doorvorsen; naspeuring doen; ontbloten; ontginnen; onthullen; ontmaskeren; ontpoppen; openen; openstellen; opmerken; rechercheren; reveleren; snuffelen; speuren; te weten komen; toegankelijk maken; uitvinden; vrijgeven
escamotear fileren afbedelen; onteigenen
filetear fileren
mantener la nota fileren