Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. evenaren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für evenaarde (Niederländisch) ins Spanisch

evenaren:

evenaren Verb (evenaar, evenaart, evenaarde, evenaarden, geëvenaard)

  1. evenaren

Konjugationen für evenaren:

o.t.t.
  1. evenaar
  2. evenaart
  3. evenaart
  4. evenaren
  5. evenaren
  6. evenaren
o.v.t.
  1. evenaarde
  2. evenaarde
  3. evenaarde
  4. evenaarden
  5. evenaarden
  6. evenaarden
v.t.t.
  1. heb geëvenaard
  2. hebt geëvenaard
  3. heeft geëvenaard
  4. hebben geëvenaard
  5. hebben geëvenaard
  6. hebben geëvenaard
v.v.t.
  1. had geëvenaard
  2. had geëvenaard
  3. had geëvenaard
  4. hadden geëvenaard
  5. hadden geëvenaard
  6. hadden geëvenaard
o.t.t.t.
  1. zal evenaren
  2. zult evenaren
  3. zal evenaren
  4. zullen evenaren
  5. zullen evenaren
  6. zullen evenaren
o.v.t.t.
  1. zou evenaren
  2. zou evenaren
  3. zou evenaren
  4. zouden evenaren
  5. zouden evenaren
  6. zouden evenaren
en verder
  1. ben geëvenaard
  2. bent geëvenaard
  3. is geëvenaard
  4. zijn geëvenaard
  5. zijn geëvenaard
  6. zijn geëvenaard
diversen
  1. evenaar!
  2. evenaart!
  3. geëvenaard
  4. evenarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für evenaren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
igualar evenaren afstompen; bijschaven; effenen; egaliseren; fonkelen; gelijk trekken; gelijkkomen; gelijkmaken; gladmaken; glimmen; glinsteren; nivelleren; perfectioneren; vervlakken; vlak maken

Verwandte Wörter für "evenaren":


Computerübersetzung von Drittern: