Niederländisch
Detailübersetzungen für dunkt (Niederländisch) ins Spanisch
dunken:
Konjugationen für dunken:
o.t.t.
- dunk
- dunkt
- dunkt
- dunken
- dunken
- dunken
o.v.t.
- dunkte
- dunkte
- dunkte
- dunkten
- dunkten
- dunkten
v.t.t.
- heb gedunkt
- hebt gedunkt
- heeft gedunkt
- hebben gedunkt
- hebben gedunkt
- hebben gedunkt
v.v.t.
- had gedunkt
- had gedunkt
- had gedunkt
- hadden gedunkt
- hadden gedunkt
- hadden gedunkt
o.t.t.t.
- zal dunken
- zult dunken
- zal dunken
- zullen dunken
- zullen dunken
- zullen dunken
o.v.t.t.
- zou dunken
- zou dunken
- zou dunken
- zouden dunken
- zouden dunken
- zouden dunken
diversen
- dunk!
- dunkt!
- gedunkt
- dunkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für dunken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
parecer | denkbeeld; gedachte; gezindheid; idee; kijk; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; vaststaande mening; visie; zienswijze | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
parecer | dunken | aanbieden; corresponderen; de schijn van iets hebben; er uitzien; eruit zien; laten zien; lijken; offreren; ogen; overeenkomen; overeenstemmen; presenteren; schijnen; stroken; toeschijnen; tonen; voorleggen |