Niederländisch
Detailübersetzungen für dineer (Niederländisch) ins Spanisch
dineren:
-
dineren (uitgebreid eten; tafelen)
Konjugationen für dineren:
o.t.t.
- dineer
- dineert
- dineert
- dineren
- dineren
- dineren
o.v.t.
- dineerde
- dineerde
- dineerde
- dineerden
- dineerden
- dineerden
v.t.t.
- heb gedineerd
- hebt gedineerd
- heeft gedineerd
- hebben gedineerd
- hebben gedineerd
- hebben gedineerd
v.v.t.
- had gedineerd
- had gedineerd
- had gedineerd
- hadden gedineerd
- hadden gedineerd
- hadden gedineerd
o.t.t.t.
- zal dineren
- zult dineren
- zal dineren
- zullen dineren
- zullen dineren
- zullen dineren
o.v.t.t.
- zou dineren
- zou dineren
- zou dineren
- zouden dineren
- zouden dineren
- zouden dineren
diversen
- dineer!
- dineert!
- gedineerd
- dinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze