Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- dalend:
- dalen:
-
Wiktionary:
- dalend → descendente, retrógrado, regresivo
- dalen → bajar, descender
- dalen → descender, caer, aterrizar
Niederländisch
Detailübersetzungen für dalend (Niederländisch) ins Spanisch
dalend:
-
dalend
bajando; reductor; disminuyendo; decreciendo-
bajando Adjektiv
-
reductor Adjektiv
-
disminuyendo Adjektiv
-
decreciendo Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für dalend:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bajando | dalend | achteruitgaand; afnemend; minderend; slinkend; verminderend; vervallend |
decreciendo | dalend | achteruitgaand; afnemend; minderend; slinkend; verminderend; vervallend |
disminuyendo | dalend | achteruitgaand; afnemend; minderend; slinkend; verminderend; vervallend |
reductor | dalend |
Wiktionary Übersetzungen für dalend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dalend | → descendente; retrógrado; regresivo | ↔ rückgängig — weniger werdend, im Rückgang begriffen |
dalen:
-
dalen
-
dalen (minder worden; declineren; afnemen; verminderen; vervallen; teruggaan; tanen; minderen)
Konjugationen für dalen:
o.t.t.
- daal
- daalt
- daalt
- dalen
- dalen
- dalen
o.v.t.
- daalde
- daalde
- daalde
- daalden
- daalden
- daalden
v.t.t.
- ben gedaald
- bent gedaald
- is gedaald
- zijn gedaald
- zijn gedaald
- zijn gedaald
v.v.t.
- was gedaald
- was gedaald
- was gedaald
- waren gedaald
- waren gedaald
- waren gedaald
o.t.t.t.
- zal dalen
- zult dalen
- zal dalen
- zullen dalen
- zullen dalen
- zullen dalen
o.v.t.t.
- zou dalen
- zou dalen
- zou dalen
- zouden dalen
- zouden dalen
- zouden dalen
diversen
- daal!
- daalt!
- gedaald
- dalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze