Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. civiliseren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für civiliseren (Niederländisch) ins Spanisch

civiliseren:

civiliseren Verb (civiliseer, civiliseert, civiliseerde, civiliseerden, geciviliseerd)

  1. civiliseren (beschaven; cultiveren; ontwikkelen)

Konjugationen für civiliseren:

o.t.t.
  1. civiliseer
  2. civiliseert
  3. civiliseert
  4. civiliseren
  5. civiliseren
  6. civiliseren
o.v.t.
  1. civiliseerde
  2. civiliseerde
  3. civiliseerde
  4. civiliseerden
  5. civiliseerden
  6. civiliseerden
v.t.t.
  1. ben geciviliseerd
  2. bent geciviliseerd
  3. is geciviliseerd
  4. zijn geciviliseerd
  5. zijn geciviliseerd
  6. zijn geciviliseerd
v.v.t.
  1. was geciviliseerd
  2. was geciviliseerd
  3. was geciviliseerd
  4. waren geciviliseerd
  5. waren geciviliseerd
  6. waren geciviliseerd
o.t.t.t.
  1. zal civiliseren
  2. zult civiliseren
  3. zal civiliseren
  4. zullen civiliseren
  5. zullen civiliseren
  6. zullen civiliseren
o.v.t.t.
  1. zou civiliseren
  2. zou civiliseren
  3. zou civiliseren
  4. zouden civiliseren
  5. zouden civiliseren
  6. zouden civiliseren
diversen
  1. civiliseer!
  2. civiliseert!
  3. geciviliseerd
  4. civiliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für civiliseren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
civilizar beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
civilizar beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen

Wiktionary Übersetzungen für civiliseren:

civiliseren
verb
  1. beschaving bijbrengen

Cross Translation:
FromToVia
civiliseren civilizar civilise — to educate to a perceived higher standard of behaviour