Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. beter:
  2. beteren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beter (Niederländisch) ins Spanisch

beter:

beter Adjektiv

  1. beter
    mejor

Übersetzung Matrix für beter:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mejor allerbeste; puikje
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mejor beter allerbest; liever

Verwandte Definitionen für "beter":

  1. sterker dan 'goed'1
    • een 8 is goed, maar een 9 is beter1
  2. weer gezond1
    • ik ben weer beter volgens de dokter1

Wiktionary Übersetzungen für beter:


Cross Translation:
FromToVia
beter mejor better — comparative of the adjectives good or well
beter mejores; mejor better — comparative form of the adverb well

beteren:

Konjugationen für beteren:

o.t.t.
  1. beter
  2. betert
  3. betert
  4. beteren
  5. beteren
  6. beteren
o.v.t.
  1. beterde
  2. beterde
  3. beterde
  4. beterden
  5. beterden
  6. beterden
v.t.t.
  1. heb gebeterd
  2. hebt gebeterd
  3. heeft gebeterd
  4. hebben gebeterd
  5. hebben gebeterd
  6. hebben gebeterd
v.v.t.
  1. had gebeterd
  2. had gebeterd
  3. had gebeterd
  4. hadden gebeterd
  5. hadden gebeterd
  6. hadden gebeterd
o.t.t.t.
  1. zal beteren
  2. zult beteren
  3. zal beteren
  4. zullen beteren
  5. zullen beteren
  6. zullen beteren
o.v.t.t.
  1. zou beteren
  2. zou beteren
  3. zou beteren
  4. zouden beteren
  5. zouden beteren
  6. zouden beteren
diversen
  1. beter!
  2. betert!
  3. gebeterd
  4. beterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für beteren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mejorar verbeteren
mejorarse beter worden; genezing; gezond worden; heling; herstel
rehabilitar revalideren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
corregir beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren beproeven; corrigeren; fiksen; goedmaken; heroveren; herstellen; hervinden; keuren; maken; onderzoeken; rechtstrijken; rechtzetten; rectificeren; repareren; restaureren; terugvinden; testen; verbeteren; vernieuwen
curarse beteren; leven beteren cureren; genezen; gezond maken
hacer mejor beteren; leven beteren beter worden; corrigeren; progressie maken; verbeteren; vooruitgang boeken
mejorar beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; leven beteren; renoveren; repareren; verbeteren beter worden; corrigeren; goed gaan; het goed maken; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; progressie maken; renoveren; restaureren; verbeteren; veredelen; verfijnen; vooruitbrengen; vooruitgang boeken
mejorarse beteren; leven beteren opkikkeren; opknappen
perfeccionar beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; leven beteren; renoveren; repareren; verbeteren bijleren; bijschaven; compleet maken; completeren; corrigeren; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; perfectioneren; verbeteren; veredelen; verfijnen; vervolledigen; volledig maken
ponerse bueno beteren; genezen; gezond worden; helen cureren; genezen; gezond maken
rectificar beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren corrigeren; ding rechtzetten; gelijkrichten; goedmaken; in goede banen leiden; rechtstrijken; rechttrekken; rechtzetten; rectificeren; verbeteren
recuperarse beteren; leven beteren heroveren; hervinden; restaureren; terugvinden
rehabilitar beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren hernieuwen; heroveren; herstellen; hervinden; nieuw leven inblazen; opknappen; rehabiliteren; renoveren; repareren; restaureren; revalideren; terugvinden; verbeteren; vernieuwen
renovar beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren aflossen; hernieuwen; herstellen; in goede staat brengen; nieuw leven inblazen; opknappen; opnieuw doen; overdoen; remplaceren; renoveren; restaureren; verbeteren; verbouwen; vernieuwen; vertimmeren; vervangen; verwisselen; wederopbouwen
reparar beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren afwisselen; fiksen; gezond maken; goed gaan; goedmaken; hernieuwen; herstellen; herstructureren; herzien; het goed maken; hotfix; hotfixpakket; in het leven roepen; maken; rechtzetten; rectificeren; renoveren; repareren; restaureren; scheppen; tot stand brengen; veranderen; verbeteren; vernieuwen; verstellen; verwisselen; voor elkaar krijgen; wijzigen
reponerse beteren; genezen; gezond worden; helen; leven beteren bekomen; cureren; genezen; heroveren; herstellen; opkikkeren; opknappen; repareren; restaureren; vernieuwen; zich hervinden
restablecerse beteren; genezen; gezond worden; helen; leven beteren cureren; genezen; genezen van ziekte; gezond maken; helen; heroveren; herstellen; hervinden; opkikkeren; opknappen; repareren; restaureren; revalideren; terugvinden; vernieuwen

Wiktionary Übersetzungen für beteren:


Cross Translation:
FromToVia
beteren mejorar improve — to become better

Verwandte Übersetzungen für beter