Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. baal:
  2. balen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für baal (Niederländisch) ins Spanisch

baal:

baal [de ~] Nomen

  1. de baal (pak)
    el paquete; el fardo; el bulto

Übersetzung Matrix für baal:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bulto baal; pak bobbel; bochel; bolling; buil; bult; gezwel; hobbeling; kneuswond; kneuzing; knobbel; knoest; kwast; letsel; moot; opgezwollen plek; opzetting; plak; pukkel; rugzak; tranche; tumor; uitpuiling; uitstulping; zwelling
fardo baal; pak allegaartje; bos; bundel; mengelmoes; rugzak; samenraapsel
paquete baal; pak allegaartje; bos; buitenkant; bundel; doos; gezichtsmasker; herenkostuum; huls; mengelmoes; moot; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; pak; pakje; pakket; plak; postpakket; samenraapsel; tranche; verpakking

Verwandte Wörter für "baal":

  • balen, baaltje, baaltjes

balen:

balen Verb (baal, baalt, baalde, baalden, gebaald)

  1. balen

Konjugationen für balen:

o.t.t.
  1. baal
  2. baalt
  3. baalt
  4. balen
  5. balen
  6. balen
o.v.t.
  1. baalde
  2. baalde
  3. baalde
  4. baalden
  5. baalden
  6. baalden
v.t.t.
  1. heb gebaald
  2. hebt gebaald
  3. heeft gebaald
  4. hebben gebaald
  5. hebben gebaald
  6. hebben gebaald
v.v.t.
  1. had gebaald
  2. had gebaald
  3. had gebaald
  4. hadden gebaald
  5. hadden gebaald
  6. hadden gebaald
o.t.t.t.
  1. zal balen
  2. zult balen
  3. zal balen
  4. zullen balen
  5. zullen balen
  6. zullen balen
o.v.t.t.
  1. zou balen
  2. zou balen
  3. zou balen
  4. zouden balen
  5. zouden balen
  6. zouden balen
diversen
  1. baal!
  2. baalt!
  3. gebaald
  4. balende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für balen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
estar harto balen
estar hasta la coronilla balen
estar hasta las narices balen

Verwandte Wörter für "balen":