Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- automatiseren:
-
Wiktionary:
- automatiseren → automatizar
Niederländisch
Detailübersetzungen für automatiseren (Niederländisch) ins Spanisch
automatiseren:
-
automatiseren (computeriseren)
Konjugationen für automatiseren:
o.t.t.
- automatiseer
- automatiseert
- automatiseert
- automatiseren
- automatiseren
- automatiseren
o.v.t.
- automatiseerde
- automatiseerde
- automatiseerde
- automatiseerden
- automatiseerden
- automatiseerden
v.t.t.
- heb geautomatiseerd
- hebt geautomatiseerd
- heeft geautomatiseerd
- hebben geautomatiseerd
- hebben geautomatiseerd
- hebben geautomatiseerd
v.v.t.
- had geautomatiseerd
- had geautomatiseerd
- had geautomatiseerd
- hadden geautomatiseerd
- hadden geautomatiseerd
- hadden geautomatiseerd
o.t.t.t.
- zal automatiseren
- zult automatiseren
- zal automatiseren
- zullen automatiseren
- zullen automatiseren
- zullen automatiseren
o.v.t.t.
- zou automatiseren
- zou automatiseren
- zou automatiseren
- zouden automatiseren
- zouden automatiseren
- zouden automatiseren
diversen
- automatiseer!
- automatiseert!
- geautomatiseerd
- automatiserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für automatiseren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
automatizar | automatiseren; computeriseren | |
computarizar | automatiseren; computeriseren | |
informatizar | automatiseren; computeriseren |
Wiktionary Übersetzungen für automatiseren:
automatiseren
verb
-
automatisch doen werken
- automatiseren → automatizar