Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. afslijten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afslijten (Niederländisch) ins Spanisch

afslijten:

afslijten Verb (slijt af, sleet af, sleten af, afgesleten)

  1. afslijten

Konjugationen für afslijten:

o.t.t.
  1. slijt af
  2. slijt af
  3. slijt af
  4. slijten af
  5. slijten af
  6. slijten af
o.v.t.
  1. sleet af
  2. sleet af
  3. sleet af
  4. sleten af
  5. sleten af
  6. sleten af
v.t.t.
  1. ben afgesleten
  2. bent afgesleten
  3. is afgesleten
  4. zijn afgesleten
  5. zijn afgesleten
  6. zijn afgesleten
v.v.t.
  1. was afgesleten
  2. was afgesleten
  3. was afgesleten
  4. waren afgesleten
  5. waren afgesleten
  6. waren afgesleten
o.t.t.t.
  1. zal afslijten
  2. zult afslijten
  3. zal afslijten
  4. zullen afslijten
  5. zullen afslijten
  6. zullen afslijten
o.v.t.t.
  1. zou afslijten
  2. zou afslijten
  3. zou afslijten
  4. zouden afslijten
  5. zouden afslijten
  6. zouden afslijten
diversen
  1. slijt af!
  2. slijt af!
  3. afgesleten
  4. afslijtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afslijten [znw.] Nomen

  1. afslijten
    el desgastar

Übersetzung Matrix für afslijten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desgastar afslijten afdragen; kleding afdragen; slijten; verslijten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desgastar afslijten afdragen; slijten; verslijten; verteren
desgastarse afslijten afslijten door erop te zitten; afzitten; wegslijten

Wiktionary Übersetzungen für afslijten:

afslijten
verb
  1. in een proces van slijtage verliezen

Verwandte Übersetzungen für afslijten