Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. aanzuiveren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanzuiveren (Niederländisch) ins Spanisch

aanzuiveren:

aanzuiveren Verb (zuiver aan, zuivert aan, zuiverde aan, zuiverden aan, aangezuiverd)

  1. aanzuiveren (nabetalen)

Konjugationen für aanzuiveren:

o.t.t.
  1. zuiver aan
  2. zuivert aan
  3. zuivert aan
  4. zuiveren aan
  5. zuiveren aan
  6. zuiveren aan
o.v.t.
  1. zuiverde aan
  2. zuiverde aan
  3. zuiverde aan
  4. zuiverden aan
  5. zuiverden aan
  6. zuiverden aan
v.t.t.
  1. heb aangezuiverd
  2. hebt aangezuiverd
  3. heeft aangezuiverd
  4. hebben aangezuiverd
  5. hebben aangezuiverd
  6. hebben aangezuiverd
v.v.t.
  1. had aangezuiverd
  2. had aangezuiverd
  3. had aangezuiverd
  4. hadden aangezuiverd
  5. hadden aangezuiverd
  6. hadden aangezuiverd
o.t.t.t.
  1. zal aanzuiveren
  2. zult aanzuiveren
  3. zal aanzuiveren
  4. zullen aanzuiveren
  5. zullen aanzuiveren
  6. zullen aanzuiveren
o.v.t.t.
  1. zou aanzuiveren
  2. zou aanzuiveren
  3. zou aanzuiveren
  4. zouden aanzuiveren
  5. zouden aanzuiveren
  6. zouden aanzuiveren
diversen
  1. zuiver aan!
  2. zuivert aan!
  3. aangezuiverd
  4. aanzuiverende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für aanzuiveren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arreglar afhandelen; ordenen; schikken
liquidar auctie; betalen; dokken; veiling; veilinggebouw; verkoping; verkoping per opbod; voldoen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arreglar aanzuiveren; nabetalen afdoen; afspreken; arrangeren; bedisselen; bereiden; betalen; bijleggen; brouwen; fatsoeneren; fiksen; gereedmaken; goedmaken; herstellen; hervinden; iets op touw zetten; iets regelen; iets toebereiden; in goede staat brengen; in orde brengen; in orde maken; inrichten; installeren; klaarmaken; klaren; klusje opknappen; klussen; maken; meubileren; opknappen; prepareren; rechtzetten; regelen; renoveren; repareren; restaureren; ruzie afsluiten; schikken; terugvinden; vereffenen; vernieuwen; voldoen; zich voegen
liquidar aanzuiveren; nabetalen afmaken; koudmaken; liquideren; opdoeken; opheffen; uit de weg ruimen; uitroeien; uitverkopen
pagar posteriormente aanzuiveren; nabetalen
remunerar aanzuiveren; nabetalen afrekenen; belonen; betalen; bezoldigen; compenseren; dokken; genoegdoen; goedmaken; honoreren; lonen; salariëren; vergoeden
saldar aanzuiveren; nabetalen afbetalen; afrekenen; betalen; effenen; egaliseren; genoegdoen; uitverkopen; vereffenen; verrekenen; voldoen
solventar aanzuiveren; nabetalen genoegdoen

Wiktionary Übersetzungen für aanzuiveren:

aanzuiveren
verb
  1. het nog schuldige betalen