Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. Schepper:


Niederländisch

Detailübersetzungen für Schepper (Niederländisch) ins Spanisch

Schepper:

Schepper [de ~ (m)] Nomen

  1. de Schepper (God; Almachtige; opperwezen; heer)
    el Nuestro Señor; el Dios; el Todopoderoso; el Creador

Übersetzung Matrix für Schepper:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Creador Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen
Dios Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen God; Here; almachtige; hemelheer; hemelvader; schepper
Nuestro Señor Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen God; almachtige; hemelheer; hemelvader
Todopoderoso Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen