Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->Suche: buigbaar

Niederländische und spanische Suchergebnisse für: buigbaar

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

buigbaar:
- flexible; dúctil; plegable; versátil; elástico; formable
Wiktionary:
- buigbaar → flexible, elástico

Niederländisch

Detailübersetzungen für buigbaar (Niederländisch) ins Spanisch

buigbaar:

buigbaar Adjektiv

buigbaar (flexibel; soepel)
flexible; dúctil; plegable; versátil; elástico; formable
- flexible Adjektiv
- dúctil Adjektiv
- plegable Adjektiv
- versátil Adjektiv
- elástico Adjektiv
- formable Adjektiv

Übersetzung Matrix für buigbaar:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
elástico		elastiek
flexible		elektriciteitsdraad; snoer; snoertje
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dúctil	buigbaar; flexibel; soepel	gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam
elástico	buigbaar; flexibel; soepel	buigzaam; elastisch; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lenig; meegaand; plooibaar; rekbaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; veerkrachtig; verend; vormbaar; vouwbaar
flexible	buigbaar; flexibel; soepel	buigzaam; elastisch; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lenig; meegaand; plooibaar; rekbaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; veerkrachtig; verend; vormbaar; vouwbaar
formable	buigbaar; flexibel; soepel	kneedbaar; plastisch; plooibaar; vormbaar; vormgevend; vouwbaar
plegable	buigbaar; flexibel; soepel	kneedbaar; opklapbaar; opvouwbaar; plooibaar; samenvouwbaar; vormbaar; vouwbaar
versátil	buigbaar; flexibel; soepel	kneedbaar; onstabiel; variabele; vormbaar

Verwandte Wörter für "buigbaar":

buigbaarheid, buigbare

Wiktionary Übersetzungen für buigbaar:

Cross Translation:

From	To	Via
• buigbaar	→ flexible; elástico	↔ souple — Qui est flexible, qui se plier aisément sans se rompre, sans s’abîmer.

Computerübersetzung von Drittern: