Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. quiz:
  2. Wiktionary:
Spanisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. quiz:


Niederländisch

Detailübersetzungen für quiz (Niederländisch) ins Spanisch

quiz:

quiz [de ~ (m)] Nomen

  1. de quiz (kwis)

Übersetzung Matrix für quiz:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
concurso de televisión kwis; quiz
concurso radiofónico kwis; quiz

Verwandte Definitionen für "quiz":

  1. spel waarbij je vragen moet beantwoorden1
    • bij deze quiz kun je 10 000 gulden winnen1

Wiktionary Übersetzungen für quiz:

quiz
noun
  1. een spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden

Cross Translation:
FromToVia
quiz concurso de preguntas; juego de preguntas Quiz — Frage-und-Antwort-Spiel, bei der die Antworten meist innerhalb einer vorgeschriebenen Zeit gegeben werden müssen
quiz prueba; quiz quiz — competition in the answering of questions



Spanisch

Detailübersetzungen für quiz (Spanisch) ins Niederländisch

quizá:


Synonyms for "quizá":


Wiktionary Übersetzungen für quizá:

quizá
adverb
  1. duidt aan dat er een bepaalde kans bestaat dat de uitspraak waar is

Cross Translation:
FromToVia
quizá mogelijk; mogelijkerwijs; wellicht; misschien maybe — indicating a lack of certainty
quizá misschien; wellicht perhaps — indicating a lack of certainty
quizá misschien; wellicht vielleicht — unter Umständen, möglicherweise
quizá misschien; mogelijk; wellicht peut-être — Supposition ou possibilité


Wiktionary Übersetzungen für quiz:

quiz
noun
  1. een spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden

Cross Translation:
FromToVia
quiz quiz quiz — competition in the answering of questions