Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. valide:
  2. Wiktionary:
Spanisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. validar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für valide (Niederländisch) ins Spanisch

valide:

valide Adjektiv

  1. valide (geldig; aannemelijk; valabel)
    válido; legal; legítimo; aceptable; justificado; legitimario
  2. valide
    válido
  3. valide (gegrond; geldig)
    válido; fundado; legítimo; justo
  4. valide (arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken)

Übersetzung Matrix für valide:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
justo eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
válido aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; geldig; gerechtvaardigd; gewettigd; logisch; op deugdelijke gronden steunend; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
justo precies goed
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aceptable aannemelijk; geldig; valabel; valide aannemelijk; aanvaardbaar; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
capacitado para el trabajo arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
fundado gegrond; geldig; valide aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; gerechtvaardigd; gesticht; gewettigd; logisch; op deugdelijke gronden steunend; op goede gronden steunend; opgericht; solide; steekhoudend
justificado aannemelijk; geldig; valabel; valide bevoegd; billijk; geautoriseerd; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; legitiem; op deugdelijke gronden steunend; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig
justo gegrond; geldig; valide afgepast; billijk; contemplatief; correct; eerlijk; fair; ferm; fideel; fiks; flink; gepast; gerechtvaardigd; geschikt; gewettigd; goed; juist; keurig; kuis; net; net aan; netjes; openhartig; oprecht; precies; rechtmatig; rechtvaardig; redelijk; rein; rondborstig; schappelijk; schoon; stevig; terecht; trouwhartig; wetmatig; wettig
legal aannemelijk; geldig; valabel; valide billijk; forensisch; gerechtelijk; gewettigd; juridisch; justitieel; legaal; legitiem; rechterlijk; rechtmatig; rechtsgeldig; rechtvaardig; wetmatig; wettelijk; wettig
legitimario aannemelijk; geldig; valabel; valide gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend
legítimo aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide aannemelijk; bevoegd; billijk; degelijk; geautoriseerd; gefundeerd; gegrond; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; gewoonweg; klinkklaar; legaal; legitiem; logisch; op deugdelijke gronden steunend; op goede gronden steunend; rechtmatig; rechtsgeldig; rechttoe; rechtvaardig; solide; steekhoudend; wetmatig; wettelijk; wettig

Wiktionary Übersetzungen für valide:

valide
adjective
  1. in staat tot werken en normaal functioneren

Cross Translation:
FromToVia
valide sano sain — Qui est de bonne constitution, qui n’a pas de tares en son organisme. Qui n’est pas altéré, qui est en bon état.



Spanisch

Detailübersetzungen für valide (Spanisch) ins Niederländisch

validar:

validar Verb

  1. validar
    gelden; van kracht zijn
  2. validar (dar validez)
    valideren
    • valideren Verb (valideer, valideert, valideerde, valideerden, gevalideerd)

Konjugationen für validar:

presente
  1. valido
  2. validas
  3. valida
  4. validamos
  5. validáis
  6. validan
imperfecto
  1. validaba
  2. validabas
  3. validaba
  4. validábamos
  5. validabais
  6. validaban
indefinido
  1. validé
  2. validaste
  3. validó
  4. validamos
  5. validasteis
  6. validaron
fut. de ind.
  1. validaré
  2. validarás
  3. validará
  4. validaremos
  5. validaréis
  6. validarán
condic.
  1. validaría
  2. validarías
  3. validaría
  4. validaríamos
  5. validaríais
  6. validarían
pres. de subj.
  1. que valide
  2. que valides
  3. que valide
  4. que validemos
  5. que validéis
  6. que validen
imp. de subj.
  1. que validara
  2. que validaras
  3. que validara
  4. que validáramos
  5. que validarais
  6. que validaran
miscelánea
  1. ¡valida!
  2. ¡validad!
  3. ¡no valides!
  4. ¡no validéis!
  5. validado
  6. validando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Übersetzung Matrix für validar:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gelden validar
valideren dar validez; validar
van kracht zijn validar
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
valideren validar

Synonyms for "validar":


Wiktionary Übersetzungen für validar:

validar
verb
  1. kracht van wet geven

Cross Translation:
FromToVia
validar valideren; geldig verklaren validerrendre valide, déclarer valide.