Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. aanvallend:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanvallend (Niederländisch) ins Spanisch

aanvallend:

aanvallend Adjektiv

  1. aanvallend (offensief; agressief)
    agresivo; atacante; ofensivo

Übersetzung Matrix für aanvallend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agresivo aanvallend; agressief; offensief agressief; bits; bitter teleurgesteld; fel; felle; gebeten; gewelddadig; hanig; kattig; meedogenloos; onderdrukt; opgekropt; pinnig; scherp; snibbig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vinnig; vlijmend; wreed
atacante aanvallend; agressief; offensief aanstootgevend; aanstotelijk
ofensivo aanvallend; agressief; offensief aanstootgevend; aanstotelijk; grievend; honend; krenkend; kwaadsprekend; kwetsend; lasterlijk; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend

Wiktionary Übersetzungen für aanvallend:


Cross Translation:
FromToVia
aanvallend ofensivo offensive — team sports: having to do with play directed at scoring
aanvallend ofensivo offensivfremdsprachlich: angriffslustig, den Angriff vorziehend/liebend