Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. nietszeggend:
  2. niets zeggen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für nietszeggend (Niederländisch) ins Spanisch

nietszeggend:

nietszeggend Adjektiv

  1. nietszeggend (hol; inhoudsloos; leeg)
    insubstancial; hueco; ocioso; exhausto
  2. nietszeggend (triviaal; onbelangrijk; futiel; )
    corriente; banal
  3. nietszeggend (uitdrukkingsloos; leeg; wazig; glazig; wezenloos)

Übersetzung Matrix für nietszeggend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
corriente instroming; instroom; luchtzuiging; tocht; toestroom; trek
hueco bak; bowl; buurtschap; gaping; gat; gebrek; gehucht; hiaat; holte; laagte; lek; lekken; manco; muurnis; niche; nis; schacht; uitholling; zwakheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
banal futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend banaal; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vuig; vunzig
corriente futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend actuele; courant; eigentijds; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; hedendaags; hedendaagse; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lopend; modern; normaal; onedel
exhausto hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend afgemat; bekaf; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; geblust; hondsmoe; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; op; oververmoeid; uitgeblust; uitgeput; uitgeteld
hueco hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend
inexpresivo glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos leeg; uitdrukkingsloos; wezenloos
insubstancial hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend
ocioso hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend lui; niets doend; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend

Verwandte Wörter für "nietszeggend":

  • nietszeggendheid, nietszeggende

Wiktionary Übersetzungen für nietszeggend:


Cross Translation:
FromToVia
nietszeggend banal; trivial banal — (figuré) Qui se met à la disposition de tout le monde.

niets zeggen:

niets zeggen Verb (zeg niets, zegt niets, zegde niets, zegden niets, niets gezegd)

  1. niets zeggen (z'n mond houden; zwijgen; mondhouden; stil zijn)

Konjugationen für niets zeggen:

o.t.t.
  1. zeg niets
  2. zegt niets
  3. zegt niets
  4. zeggen niets
  5. zeggen niets
  6. zeggen niets
o.v.t.
  1. zegde niets
  2. zegde niets
  3. zegde niets
  4. zegden niets
  5. zegden niets
  6. zegden niets
v.t.t.
  1. heb niets gezegd
  2. hebt niets gezegd
  3. heeft niets gezegd
  4. hebben niets gezegd
  5. hebben niets gezegd
  6. hebben niets gezegd
v.v.t.
  1. had niets gezegd
  2. had niets gezegd
  3. had niets gezegd
  4. hadden niets gezegd
  5. hadden niets gezegd
  6. hadden niets gezegd
o.t.t.t.
  1. zal niets zeggen
  2. zult niets zeggen
  3. zal niets zeggen
  4. zullen niets zeggen
  5. zullen niets zeggen
  6. zullen niets zeggen
o.v.t.t.
  1. zou niets zeggen
  2. zou niets zeggen
  3. zou niets zeggen
  4. zouden niets zeggen
  5. zouden niets zeggen
  6. zouden niets zeggen
diversen
  1. zeg niets!
  2. zegt niets!
  3. niets gezegd
  4. nietszeggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für niets zeggen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
callar la boca mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen
callarse mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen
decir nada mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen
estar callado mondhouden; niets zeggen; stil zijn; z'n mond houden; zwijgen

Computerübersetzung von Drittern: