Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
-
log:
- pesado; flojo; lento; perezoso; tardo; desanimado; tedioso; abatido; fastidioso; apático; bochornoso; torpe; lerdo; burdo; desgarbado
- logé:
- loggen:
- Wiktionary:
Niederländisch
Detailübersetzungen für log (Niederländisch) ins Spanisch
log:
-
log (loom; lijzig)
pesado; flojo; lento; perezoso; tardo; desanimado; tedioso; abatido; fastidioso; apático; bochornoso-
pesado Adjektiv
-
flojo Adjektiv
-
lento Adjektiv
-
perezoso Adjektiv
-
tardo Adjektiv
-
desanimado Adjektiv
-
tedioso Adjektiv
-
abatido Adjektiv
-
fastidioso Adjektiv
-
apático Adjektiv
-
bochornoso Adjektiv
-
-
log (onsierlijk van gedaante; plomp; lomp)
torpe; pesado; lerdo; burdo; desgarbado-
torpe Adjektiv
-
pesado Adjektiv
-
lerdo Adjektiv
-
burdo Adjektiv
-
desgarbado Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für log:
Verwandte Wörter für "log":
logé:
-
de logé (slaapgast; gast; slaper; overnachter)
Übersetzung Matrix für logé:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
convidado | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | gast aan tafel |
durmiente | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | dwars liggende onderbalk; dwarsligger |
huésped | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | bewoner; gastheer; huisbewoner; interne; inwonende; inwoner; kostganger; kostgangster; pensiongast; pensiongaste |
invitado | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | gast; gast aan tafel; genodigde; invité |
invitado a dormir | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | |
visita | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | aanloop; bezichtigen; bezichtiging; bezoek; doktersbezoek; huisbezoek; opwachting; treffer; visitatie; visite; ziekenbezoek |
visitante | gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
invitado | uitgenodigd |
Verwandte Wörter für "logé":
log form of loggen:
-
loggen
Konjugationen für loggen:
o.t.t.
- log
- logt
- logt
- loggen
- loggen
- loggen
o.v.t.
- logde
- logde
- logde
- logden
- logden
- logden
v.t.t.
- heb gelogd
- hebt gelogd
- heeft gelogd
- hebben gelogd
- hebben gelogd
- hebben gelogd
v.v.t.
- had gelogd
- had gelogd
- had gelogd
- hadden gelogd
- hadden gelogd
- hadden gelogd
o.t.t.t.
- zal loggen
- zult loggen
- zal loggen
- zullen loggen
- zullen loggen
- zullen loggen
o.v.t.t.
- zou loggen
- zou loggen
- zou loggen
- zouden loggen
- zouden loggen
- zouden loggen
en verder
- ben gelogd
- bent gelogd
- is gelogd
- zijn gelogd
- zijn gelogd
- zijn gelogd
diversen
- log!
- logt!
- gelogd
- loggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für loggen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
determinar la velocidad del barco con la corredera | loggen |